zondag 20 september 2009

Wierook, wolkenkrabbers en plastic babybadjes

In de oude stad van Shanghai speelt het leven zich grotendeels buiten af. De vis van de visboer zwemt in rode plastic babybadjes, kippen worden levend te koop aangeboden, eenden hangen te drogen tussen de was en groenten liggen op kranten op straat. Vanuit een driewielerbakfiets verkoopt iemand porseleinen schaaltjes en een ander poft zoete aardappels in een olievat. Het glimmende, felgekleurde plastic van de huishoudwinkel markeert hoog opgestapeld de hoek van de straat.

Om de hoek ruikt het naar wierrook. Het is druk in de boeddhistische tempel, waar rode Chinese karakters op de gele muren geschilderd zijn. Monniken lopen rustig lachend tussen de bezoekers door en de grootste ruimte van de tempel is behangen met briefjes die voorspellen of het een goed moment is om een nieuwe zaak te openen, te trouwen of mee te doen aan de loterij. De winkels rondom de tempels verkopen belletjes, wierrook, boeddha’s en rode papieren zakjes om geld in te doen voor het Chinese nieuwjaar.

Tussen de hoofdstraten van de oude stad liggen de oude wijken met aan vier kanten een Chinese poort als entree. Daarbinnen zijn de straten klein en staan de huizen dicht op elkaar. Ieder huis heeft aan de buitenmuur een stenen wasbak met koud water waar de bewoners zich wassen en hun tanden poetsen. De huizen zijn klein en donker met stenen vloeren. Eten, slapen, televisie kijken, werken en huiswerk maken, het gebeurt allemaal in één, soms twee kleine kamers. Een schoenmaker, een naaister, een paraplumaker, en een oude vrouw die sloffen zit te breien; ze zitten voor de deuren van hun huis te werken en het laatste nieuws uit de buurt te bespreken.

Boven de daken van deze oude huizen zie je de wolkenkrabbers van het nieuwe Shanghai opdoemen. Pudong, de zakenwijk aan de oostkant van de Huangpu, de rivier die de stad in tweeën snijdt, is het beste voorbeeld van de enorme economische veranderingen waar China doorheen gaat. In zeven jaar tijd is de wijk uitgegroeid van een moerassige buitenwijk tot een zakendistrict van internationale allure. De Jin Mao toren, 420 meter hoog, domineert vanuit elke hoek van de stad de horizon, en het aantal wolkenkrabbers blijft maar groeien. Op Huaihuai straat, een grote winkelstraat in Puxi, aan de westkant van de rivier, heeft Benetton zijn eerste winkel in China geopend. Esprit heeft er een winkel die qua grootte in Parijs of Londen niet zou misstaan en Kentucky Fried Chicken en Mac Donalds domineren de kruisingen. Op Shangyang Road Market, een verzameling van zevenhonderd stalletjes, is alles te koop: ondergoed, wollen twinsets, geborduurde jasjes, maar ook modieuze zonnebrillen en de nieuwste tassen.

Sinds de Chinese Communistische Partij in 1979, onder leiding van Deng Xiao Ping, de weg naar economische openheid ingeslagen is, door ‘socialisme met Chinese karakteristieken’ te introduceren, is geld verdienen niet langer een misdaad. ‘Rijk worden is glorieus’, zegt de partij nu. De nieuwe rijken van China laten dan ook graag zien dat ze geld hebben. Ze hebben vaak in het buitenland gestudeerd, zijn trendgevoelig en sophisticated en houden van reizen en mooie spullen. Richard Chen, exponent van de nieuwe generatie, studeerde in Cambridge, is Managing Director van het designblad Vision en houdt kantoor in een modern gebouw van chroom en glas. Zijn blad valt op in de kiosken. De naam staat in felle oranje letters op de voorkant, boven een witte cover met een zwart model, of een knalroze met twee blonde modellen die eruit zien als poppen. De uitgever van Vision is de Yifei Media Group, opgericht door de vader van Richard, de van oorsprong klassieke Chinese kunstenaar Yifei Chen. De groep bestaat sinds 1992 en omvat inmiddels een film- en televisiebedrijf, een ontwerpbureau, een modellenbureau, het modemerk LaYefe, een reclamebureau en de tijdschriften Vision, Shanghai Tatler, en Discover. Plannen om ook boeken te gaan uitgeven, staan op stapel.

‘Shanghaied’ betekent in het Engels met bedrog of geweld ergens toe gedwongen zijn (afgeleid van matrozen die dronken gevoerd werden en tegen hun zin gemonsterd werden op een schip naar Shanghai). Maar tegenwoordig gaat iedereen vrijwillig naar deze stad om te profiteren van China’s snel groeiende economie. Immigranten van het platteland, de nieuwe rijken, de nieuwe werkelozen, jong en oud, en natuurlijk de geboren Shanghainezen; ze stromen als water door de stad en je kunt maar beter mee stromen. Behalve in het verkeer. Stilstaan en wachten is hier het devies, want rood is groen en groen is rood, en de enige wet is dat taxi’s altijd voorrang hebben.

© Sati
september 2004, Amsterdam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten