Schubertiana 1
In het avondduister op een plek buiten New York,
een uitzichtpunt van waaruit je met één enkele blik
de huizen van acht miljoen mensen kunt omvatten.
De reuzenstad daarginds is een langgerekte flikkerende sneeuwbui,
een spiraalnevel van opzij.
In het binnenste van de nevel worden koffiekopjes over
de toonbank geschoven, bedelen etalages bij voorbijgangers,
een krioelen van schoenen dat geen enkel spoor achterlaat.
De klimmende brandtrappen, de liftdeuren die dichtglijden,
achter deuren met veiligheidssloten een voortdurende stortvloed
van stemmen.
Ineengezakte lichamen dutten in de subwaywagons, de
voortstormende catacomben.
Ik weet ook buiten alle statistiek om dat op ditzelfde moment
ergens daarginds in een kamer Schubert gespeeld wordt en dat
voor iemand die tonen werkelijker zijn dan al het andere.
Uit: De herinneringen zien mij. Verzamelde gedichten / Memoires. Vertaling Bernlef. De Bezige Bij, 2002.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten