Toen jij in lijn met de kust
steeds verder liep
en ik daar stond
alsof ik wortels had in zand
Toen het water koud was
en de wind blauw,
of waren dat mijn lippen?
Toen we op de pier
of toch maar niet, het waait zo
zand in mijn ogen
waardoor je nog kleiner leek
Toen riep je dat ik niet kijken mocht
alsof je er al niet meer was
en ik,
als ik daar nu, met blote voeten
in wit schuim met resten van
schelpen tussen mijn tenen
en kinderzand,
ik zie je nog steeds
zoals toen
© Sati
Geen opmerkingen:
Een reactie posten