dinsdag 29 november 2011

De tuin is vergevingsgezind

En weer kreeg ik een brief van de tuinvereniging. Dat mijn tuin verwaarloosd is, dat ik voor xxx mijn tuin op orde moet hebben, want anders wordt mijn lidmaatschap ingetrokken en kan het wel €600 kosten om de tuin schoon te maken en aan iemand anders te geven. Ik schrok van die brief en ik had meteen geen zin meer in de tuin. De tuin werd een boeman die heel veel geld gaat kosten.

Ik ben dit jaar voor het eerst in mijn leven begonnen met een moestuin bij een volkstuinvereniging. Leuk, dacht ik, als naief stadsmeisje. En dat is ook zo. Altijd als ik op de tuin ben, haalt mijn hart adem en komt mijn hoofd tot rust. Een middagje hard werken en ik heb energie voor twee weken. En op de een of andere rare manier schijnt er altijd de zon, zelfs als het regent in de stad.

Waar ik niet zo goed op voorbereid was, is hoeveel tijd zo'n tuin kost. Het is dus nog even zoeken naar hoe dat past in de rest van wat ik allemaal wil en moet doen in mijn volle leven. En terwijl ik aan het zoeken ben naar evenwicht, soms denk 'ik stop ermee', tot ik weer geweest ben en denk 'ik stop er nooit meer mee', krijg ik dan zo'n brief. En dan lijkt het net of de tuin onderdeel is van een of andere bureaucratie en ben ik klaar om de handdoek in de ring te gooien. Want bureaucratie heb ik in mijn stadse leven al meer dan genoeg.

Maar gelukkig overwint tot nu toe altijd de tuin. Ik geniet te veel van het wonder dat een zaadje een plantje wordt en dat dat plantje dan ook nog eten voortbrengt. Het wonder van een grote pompoen die groeit aan een kruipend draadje over de grond. Van de framboos die je helemaal afknipt tot een zielig hoopje hout en die een maand of drie later weer staat te stralen vol met blad. De zure zwarte bessen, de zoete pruimen, de bittere tuinbonen, de lekkerste sla die ik ooit gegeten heb.

En dus neem ik de brief voor lief, ga ik niet in discussie (dat doe ik in mijn stadse leven ook al vaak genoeg), maar ga ik naar de tuin. Daar begin ik weer rustig met opruimen, snoeien, planten. Verstopt onder een bessenstruik liggen tot mijn grote verassing twee prachtige pompoenen. En ik krijg een appelboom en een aalbesstruik van de tuin van iemand anders die er wel mee stopt.

Als ik de zonnebloemen opruim en op de composthoop gooi, ruik ik de pitjes. Een geur die moeilijk te beschrijven is, notig en aards, maar die mij meteen terugbrengt naar een veld vol zonnebloemen in Frankrijk. Ondanks mijn tijdelijke verwaarlozing is de tuin vergevingsgezind. En daar kan geen dreigbrief tegenop.

donderdag 10 november 2011

En nog een tip

Een ander boek, dat ik recentelijk gelezen heb is Jihad met sambal van Step Vaessen. Step Vaessen werd in 1997 correspondent in Indonesië. Sinds 2006 is ze correspondent voor de Arabische zender Al Jazeera. Step Vaessen was ook één van de zomergasten van afgelopen jaar waar ik met veel plezier naar gekeken heb.

Jihad met sambal vertelt het persoonlijke verhaal van haar correspondentschap, de dood van haar man, haar leven met haar zoon in Indonesië en het journalistieke verhaal over Indonesië en de ontwikkeling en invloed van de Islam in dat land. Mede omdat ik in Indonesië(althans een klein deel ervan) geweest ben in 1996, dus net voordat zij haar correspondentschap begon, vond ik het leuk om te lezen over de veranderingen in dat land.

Step weet de geuren en kleuren van het land levendig over te brengen en schrikt er niet voor terug om het persoonlijke met het journalistieke verhaal te mengen. Er zijn recensenten die zich hieraan storen, maar ik denk dat juist die persoonlijke blik ervoor zorgt dat je de clichés uit de krant niet opnieuw voorgeschoteld krijgt in een boek. Daarvoor lees ik de krant wel.

woensdag 9 november 2011

Voor de boekenliefhebbers onder ons

Een boek dat ik pas gelezen heb en fantastisch vond is XY van Sandro Veronesi. Het gaat over een klein dorpje in Italië in de bergen waar een vreselijke gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Twee mensen, een priester en een jonge psychiater proberen de overgebleven inwoners van het dorp te helpen met het verwerken van deze gebeurtenis en zelf te begrijpen wat er gebeurd is en waarom. Wat er gebeurd is, is zo absurd, dat het er niet om gaat een dader te vinden, dat is onmogelijk. Het boek gaat meer over de vraag hoe we als mens omgaan met dingen die we niet kunnen bevatten. Bijna aan het eind staat een prachtige zin, die twee mogelijke opties geeft:

"Je moet alles begrijpen. Anders moet je alles geloven."

En het boek eindigt met een mooi klein verhaal, dat twee personages beschrijft die volgens de schrijver voorkomen in het script van de psychologie de Unendliche Aufgabe (mij niet bekend, maar dat ga ik nu natuurlijk opzoeken): de boer of de reiziger.

"Of je bent de reiziger die op het land verdwaalt of je bent de boer die de grond omhakt of je bent de reiziger die op de boer toeloopt en hem de weg vraagt naar het dichtstbijzijnde station alstublieft of de boer die doorgaat met hakken en vriendelijk antwoordt dat hij het niet weet of je bent de reiziger die hem dan de weg vraagt naar de dichtstbijzijnde bushalte of de boer die doorgaat met hakken en vriendelijk antwoordt dat hij dat ook niet weet of je bent de reiziger die op dat moment tegen de boer zegt sorry maar u weet werkelijk helemaal niets of je bent de boer die zo is met die enorme kracht of je bent de reiziger die de boer ervan beschuldigt niets te weten of je bent de boer die vriendelijk antwoordt terwijl hij doorgaat met hakken ja mijnheer dat is waar mijnheer ik weet niets mijnheer maar degene die verdwaald is dat bent u."