maandag 12 december 2016

Heeft de wereld een deur?

‘Look at me I’m as’, Hanneke Dikboom, beeldend kunstenaar in combinatie met stem, kleur, taal en ruimte, staat er op haar handgeschreven visitekaartjes.'

Om me voor te bereiden op ons gesprek, keek ik op haar website www.hannekedikboom.nl. Ze doet ontzettend veel verschillende dingen: schilderen, tekenen, schrijven, lithografie en performance. Ik werd meteen geraakt door de kaarten die ze maakt, waarop ze situaties uitbeeldt met houten modelpoppen en allerlei attributen (schuimrubber, spaarvarkens, rubberen ringetjes, ijzerdraad, wat niet?). Zelf noemt ze deze figuren ‘de figuranten’. De situaties die ze met de figuranten vormgeeft, voorziet ze van teksten. Met veel humor en soms een serieuze of trieste noot, maar nooit zwaar. Een zittende figurant met een pillendoosje op het hoofd, krijgt als tekst mee ‘de dagelijkse hoeveelheid pillen’. Een andere figurant, gekleed in een soort wikkelpak met watten op het hoofd, en ijzerdraad aan de handen, een warrig beeld, krijgt als tekst mee ‘waar ik nu woon, weet ik de weg niet meer’. Door de anonimiteit van de houten poppetjes krijgen de herkenbare menselijke situaties iets bevreemdends. De teksten getuigen van mededogen met het menselijke gemodder.

Als ik bij Hanneke thuis kom voor ons gesprek is het eerste wat me opvalt, na haar open, jeugdige blik, dat de ruimte waar ze in woont zo sereen en leeg oogt. De veelheid van haar kunst op de website is hier fysiek niet aanwezig.

‘Ik houd het graag leeg en ruimtelijk’, zegt ze, ‘want ik werk en woon hier. Ik doe vaak dingen weg.’

Het licht dat door de ramen aan de gracht naar binnen valt is zacht, al zegt zij dat dat komt door de daglicht tl-buizen. De groene bomen voor de ramen versterken het gevoel van rust en ruimte. Op tafel liggen de figuranten weerloos op hun rug, klaar voor nieuwe avonturen. Ze zet koffie voor me en heeft brownies gebakken. Ze heeft een selectie van haar werk opgehangen aan de muur, ‘daar wil ik het straks ook graag over hebben’, zegt ze ‘maar eerst over een groot project dat ik eind 2012 gedaan heb.’

Eind 2012 mocht Hanneke een kleine week (dinsdag tot zondag) gebruik maken van het glazen huis in het Amstelpark. Daar organiseerde ze een improvisatie in beeld en geluid met medewerking van 112 kleine figuranten en bevriende kunstenaars, met als titel Heeft de wereld een deur?. De glazen ruimte in een hoek van het Amstelpark was alleen voorzien van een berg dunne houten plankjes en verder leeg. De dochter van Hanneke en een vriendin richtten de ruimte in. Ieder gewapend met een lijmpistool, maakten ze van de plankjes ruimtelijke constructies, een beetje als open huizen, en zetten daar de figuranten in.

‘Er was niet veel tijd om op te bouwen’, zegt Hanneke ‘en ik was met hele andere dingen bezig. Ik had een soort van basisidee bedacht. Elke dag had een kleur, ik was ook gekleed in de kleur van de dag en de lunch, verzorgd door Ada Harmsen paste ook bij de kleur van de dag. Aardbeien en bessen op de rode dag, zwarte olijven en drop op de zwarte dag. Ik maakte iedere dag een tijdelijk kunstwerk van allerlei rommel van de straat. Daar werkte ik ’s ochtends aan en ’s middags deed ik een performance met muziek. De figuranten bleven staan, maar het kunstwerk was elke dag anders. En elke dag werkte ik met andere mensen samen. Aan het einde van de dag ruimde ik alles op en de volgende dag begon ik opnieuw. De ruimte was geweldig, ook door dat glas en het park eromheen. Het kijken van binnen naar buiten en andersom. Het leverde mooie spiegelingen op. De kleur bleek heel bepalend te zijn voor de sfeer en de muziek die er gespeeld werd. Verder liet ik het gewoon gebeuren.’

Je bent niet bang om het gewoon te laten ontstaan volgens mij, klopt dat?
‘Ja, dat klopt. Ik ben geboren met het lef. Zet me in de schouwburg en dan doe ik iets. Er is voor mij niks anders belangrijk in mijn leven dan kunstenaar zijn, te spelen. Ik wist vanaf mijn vierde ik dat ik kunstenaar wilde zijn. Mijn leven begon op de kunstnijverheidsschool (voorloper van de Rietveld Academie).’

Wie is er bang voor geel, rood, blauw, grijs, zwart en wit?
‘Het effect van de gekozen kleuren was heel sterk, misschien nog wel meer dan ik verwacht had. We begonnen op dinsdag met de kleur geel, dat was een hele zonnige dag. De woensdag was rood. Toen heb ik samen met een pianist een kunstwerk gemaakt en ’s middags heeft hij samen met zijn vrouw, een violiste, muziek gemaakt bij mijn performance. Dat was een heel heftig optreden, over de dood en het bloed, slagersachtig bijna, heel dramatisch.

Donderdag was blauw, een intiemere kleur, nachtblauw, spookachtig, het blauwe uur, het moment waarop er van alles kan gebeuren. Het verlangen ook, het zoeken naar dat moment waarop er iets kan gebeuren. Die dag ontstond er een wonderlijk kunstwerk, met een blauwe muur als een soort scheiding tussen twee werelden. Eigenlijk twee café’s waarin de figuranten kotsend over de barkrukken hingen en, al duwend tegen een blauwe muur, naar elkaars wereld wilden, terwijl die werelden beiden even erg waren. Voor die dag had ik een Afrikaanse vriend uit de Ivoorkust gevraagd om een verhaal te vertellen in zijn eigen taal. Hij kwam in een pak van zijn stam en vertelde een verhaal over met zijn opa in het oerwoud jagen op grote dieren, zoals tijgers. Hij zeurde altijd dat hij met zijn opa mee wilde en toen mocht hij een keer mee, eerst op de brommer en daarna lopend en vond hij het heel eng. “Opa, opa, mag ik naar huis?” Maar hij moest verder mee en opa vertelde hem van alles over sporen en wat je daar allemaal in kunt zien en hoe je daarmee het bos kunt lezen. Ik vertelde het verhaal in mijn eigen woorden.’

Op één van de kaarten die Hanneke gemaakt heeft werpt een figurant een lange schaduw voor zich uit. Eronder staat de tekst: In deze nacht zal ik niet bang zijn en een groot dier vangen. Een stukje uit het verhaal van de donderdag, maar ook op zichzelf een sterk beeld.

‘Vrijdag was een grijze dag. Ik heb een enorme verzameling platgereden stukken ijzer verzameld en de vloer van het glazen huis is van grijs grint. Ik heb een grote cirkel gemaakt van al die metalen objecten met af en toe een woord ertussen. Die dag was ik alleen. Vóór het glazen huis waren drie Chinezen Tai Chi aan het doen en dat paste perfect bij de sfeer. Het was zo mooi, zo stil, zo magisch. ’s Middags was er een muzikant die door middel van elektronisch geluid life met mijn klanken en teksten improviseerde, wat vervreemdende muziek opleverde. Door die vervormingen ontdekte ik wat ik met mijn stem nog meer kon. Poëzie, zingen, improviseren. Als ik op een podium sta, laat ik me leiden door impulsen, door sfeer. Vaak komen er dan woorden, poëzie, maar soms ook klanken of een soort fantasietaal.

Zaterdag was zwart. Dat was een zware dag. Ook in de samenwerking. Enorme grote zwarte lappen op een ladder. Ondoordringbare en doorzichtige stof. Er is ook gefilmd door die lappen heen. Het publiek was die dag ook moeilijker. Alles was zwaarder, ook de muziek. Een celliste en een gitarist. De improvisatie was ook zwarter. Het was een dramatische dag.
Zondag was wit en dat beeld maakte ik samen met een goede vriendin die keramiste is. De figuranten waren ook weer aanwezig in de kunstwerken. Met stokken en een soort enorme draaimolen. Mondlapjes die schilders gebruiken figureerden als schommels voor de figuranten. Ik had alles slordig weer wit gemaakt. Er was een violiste die door de ruimte liep en hele hoge tonen speelde. Ik had een hele leuke witte jurk aan met veel kant. Het was druk en heel leuk. Het was ook een opluchting ten opzichte van al dat zwart van de vorige dag.

Dit project was voor mij spectaculair om te doen. Er was eigenlijk niks. Alleen de figuranten, de kleuren en een berg rommel. En natuurlijk steeds een ander publiek, afwisselend druk en stil, andere mensen die meewerkten en een andere sfeer. Er hebben heel veel vrienden meegewerkt en geholpen en veel muzikanten uit mijn netwerk. Het was een prachtige compilatie van alles wat ik in me heb. Eigenlijk wilde ik er een film van laten maken, ik heb ook alle film nog, maar het editen is uiteindelijk niet gelukt en zelf kan ik het niet. Als iemand dat ooit nog zou kunnen doen met het beschikbare materiaal, zou ik heel blij zijn.’
Als ze klaar is met vertellen, wordt haar gezicht van heel expressief plotseling heel rustig. Het lijkt wel een andere vrouw.

Je bent een mens van tegenstellingen volgens mij?
‘Ja, dat klopt, ik hou van explosief, maar ik heb ook grote behoefte aan stilte. Ik onderzoek ook graag de verhouding tussen groot en klein.’
Om te illustreren wat ze bedoelt, zet ze een figurant op de vloer neer ongeveer een meter van een grote grijze bol die op de vloer ligt, alsof hij er naartoe loopt.
‘Kijk’, zegt ze ‘nu wordt het figuurtje als beeld met die grijze bol ineens groot in de ruimte, terwijl het nog steeds klein is, dat fascineert mij.’
Ze maakt er ook meteen een foto van.
‘Ik speel eigenlijk altijd, ben altijd een kind geweest. En ik doe alles wat ik bedenk. Dat is misschien wel mijn kracht.’

Ze wijst op de schilderijen aan de muur, het werk dat ze speciaal opgehangen had voor mij. Er hangt een landschap op groot doek (120 cm bij 90 cm) en een heel klein landschapje (4,5 cm bij 3,5 cm) en beide hebben een enorme kracht ondanks hun verschil in grootte. Het grote doek is rustig met wat sombere kleuren, een prettige leegte. Het kleine is fel van kleur, blauw en licht en heeft, gek genoeg, net zoveel kracht als het grote doek.

‘Dat grote doek heb ik een hele tijd geleden gemaakt, maar het was niet goed. Nu heb ik het pas geleden afgemaakt. Ik heb het veranderd, rustiger gemaakt, meer ruimte gegeven, na een fietstocht in Groningen, waar ik heerlijk kon ademen en nu is het goed. En dat kleine werk is ook fijn, dat ontdek ik nu dat ik ook op klein vlak iets kan zeggen, en dan kan ik gewoon naar buiten met mijn materiaal, dat is ook heel fijn.

Ik heb nooit kunnen leven van de kunst, dus ik heb altijd ander werk ernaast gedaan. Ik werkte drie dagen per week in Duin en Bosch een psychiatrisch centrum als creatief therapeut. Daar heb ik ook gezien wat er los komt bij mensen als je begint met geleide fantasie. Bijvoorbeeld de opdracht: maak een wereld. En wie mag daar dan wonen. En wat is er dan in die wereld, hoe ziet die eruit? Naar wie kun jij kijken vanuit je huis, wat zie je? Als je bijvoorbeeld psychotisch bent, kun je die kleine wereld nog wel aan. Vanuit die kleine wereld kun je dan een verbinding maken naar de werkelijke wereld.’

Hanneke’s vraag of de wereld een deur heeft, kan ik niet beantwoorden (hoewel hij me wel bezig houdt), maar als Hanneke een deur opent, komt er daarna nog een deur en nog één en nog één, dat weet ik wel zeker.

Nieuwsgierig geworden?
Hanneke’s werk is te zien via www.hannekedikboom.nl

De mapjes met kaarten zijn te koop á € 15,- per 10 stuks.

Hanneke heeft ook een map gemaakt met 12 overpeinzingen (losse vellen met tekeningen en gedichten, geprint op een hoge kwaliteit papier, beter dan zeefdruk) á €40,- per stuk. Daarvan zijn er nog twee te koop.

Als je serieus geïnteresseerd bent, kun je bellen om het werk te zien, via 020 3206368.