zondag 16 april 2023

Interview met Erik Visser en Roger Heijltjes van het YouTube kanaal MrAdamYork1

Erik Visser maakt korte films met muziek. Of moet ik zeggen muziek met film. Dat filmen en alles wat daarmee te maken heeft, het bedenken van het script, mensen casten om mee te doen, rekwisieten maken, filmen, editen, doet hij allemaal zelf. Muziek maakt hij samen met Roger Heijltjes, een oude vriend waar hij al heel lang mee speelt. Ik interview ze beiden bij Erik thuis. 

 Erik Visser woont al dertig jaar in de Nieuwmarktbuurt. Zijn appartement biedt via grote ramen uitzicht op de Montelbaanstoren en is duidelijk de plek van een creatief mens. Er hangt kunst aan de muren, foto’s van zijn zoon Adam, waarover straks meer, en er zijn rekwisieten te zien die hij gebruikt in zijn muziekfilms. Een houten wijnkistje bijvoorbeeld, waar hij een soort orgeltje van gebouwd heeft voor in het nummer The Walk Of Life. Hij biedt heerlijke zelfgebakken chocolade muffins aan en thee. 

Hoe zijn jullie begonnen hiermee? 

Erik: “Ik heb eigenlijk altijd in de muziek gezeten. Ik werkte jaren in Los Angeles als sound engineer bij verschillende studio’s in Hollywood en was eigenaar van Out Of The Blue Recording Services in Van Nuys.” 

Roger: “Ik speelde ook al van jongs af aan in bands. Ik heb nooit les gehad of zo. Ik ben gewoon zelf begonnen met spelen. Eerst tien jaar de Spaanse gitaar van mijn vader afgeragd en daarna gewoon alles spelen: Fleetwood Mac, Rumours, dat was een belangrijke plaat. Met mijn band Sketch Art Plot deed ik ook ooit mee aan de Grote Prijs van Nederland. 

Erik: “We maakten samen 17 nummers tussen 1989 en 1996. Die stuurden we hier en daar op om te kijken of er interesse was, maar optreden deden we niet.” 

Waarom niet? 

“Als je optreedt als muzikant, kom je altijd als eerste en ga je altijd als laatste weg”, aldus Erik, “dat is een way of life die ik niet wilde, ik wilde vooral muziek maken.” 

Roger: “Ik stond op een gegeven moment voor de keuze: echt voor de muziek gaan of gaan studeren. Het werd de studie.” 

Erik: “Die nummers die we hadden rondgestuurd naar allerlei contacten, begonnen eigenlijk net aan te slaan, er begonnen net aanbiedingen te komen, toen alles in mijn leven uit elkaar viel. Mijn negentienjarige zoon Adam stierf aan kanker. De jaren daarna heb ik heel veel andere dingen gedaan, onder andere videocasting voor muziekclips van anderen. Allemaal in LA. Uiteindelijk ben ik teruggekomen naar Amsterdam.” 

En toen, uiteindelijk, toch weer de muziek? 

Erik: “In 2011 maakte ik Streetwise The Clip, te zien op het YouTube-kanaal MrAdamYork1, vernoemd naar mijn zoon. Na dat eerste nummer, wilde ik in 2016 weer een nummer met clip maken. Toen heb ik Roger benaderd of hij zin had om mee te doen. 

Roger: “En toen zijn we weer begonnen, met heel veel plezier in het spelen.

Erik: “Eigenlijk zijn we nu beter dan ooit. We begonnen ooit met twee sporen, toen vier en nu hebben we alle professionele plug-ins en werken we met samples. So Wake Up is het eerste nummer dat we weer samen hebben gemaakt.” 

Jij filmt alles? 

Erik: “Ja ik had in LA al een videocamera. Ik deed dus videocasting voor clips van anderen als werk en toen filmde ik zelf ook al. Ik heb ook de naam van de band The Bangles bedacht (bekend van het nummer Walk like an Egyptian, red.), toen ik in een club in Hollywood het live geluid voor ze deed. When the rain begins to fall (Pia Zadora en Jermaine Jackson) heb ik in mijn eigen studio in LA opgenomen. Met de mogelijkheden die er nu zijn, doe ik alles zelf, geluid, filmen en editen.” 

Roger: “En hij maakt de rekwisieten ook zelf.” 

Erik: “Ja, voor Jaws 3D heb ik een haai gebouwd en op de set van special effects in North Hollywood gewerkt, dus ik kan wel dingen maken.” 

The Walk of Life vond ik een beetje sixties, psychedelisch nummer en het deed me qua filmen denken aan de korte films van Ed van der Elsken. Zijn dat invloeden voor jullie? 

Erik en Roger: “Ja dat sixties dat klopt wel, dat is ook muziek waar we door geïnspireerd zijn, maar de inspiratie kan eigenlijk van alles zijn.” “Dat filmen van al die andere mensen, is ook omdat dit de eerste clip is, waar we zelf niet in voorkomen. We vonden onszelf te oud worden om nog in de clips te spelen,” zegt Roger lachend. 

Erik: “Ja en met acteurs clips maken, is dan weer ingewikkeld met contracten en zo. Daarom zitten in deze clip veel straatbeelden. De muziek is in elk nummer anders, de inspiratie daarvoor kan echt van alles komen. We hebben bijvoorbeeld het nummer While We Kiss The Sky gemaakt, over afscheid en verlies, dat is weer een heel ander soort nummer.” 

Roger: “Ja dat is melodieus en troostend, helemaal geen sombere muziek, ondanks het thema ervan.” 

Erik: “Het is echt een nummer dat voor heel veel mensen invoelbaar is. Het wordt ook veel gedraaid op internet radio stations.” 

Spelen jullie alles zelf? 

Erik: “We beginnen telkens anders. Voor de snelle ideeën gebruik ik de elektrische piano, dan kan ik even snel een melodielijn uitschrijven om te onthouden. Tekst heb ik vaak liggen en soms beginnen we daar mee. Nu gaan we ook de 12-snarige gitaar gebruiken, die van mijn zoon geweest is. De bas en drum spelen we met een keyboard die aangesloten is op de computer en Roger speelt gitaar. En er spelen ook vaak andere muzikanten mee. Bij het nummer Yolk In The Sky, doet ook een zangeres mee, met een geweldige stem. Dat nummer gaat over de Chinese Zijderoute. Het is een verhaal over een koopman, dat ik in één keer geschreven heb. De inspiratie ervoor was een dag dat de zon er uitzag als een eidooier door het Sahara zand dat hier in Amsterdam in de lucht zat en dat alles een andere kleur gaf. Daar heb ik een heel verhaal omheen bedacht. Het nummer voert je door verschillende sferen. Er zitten maatwisselingen in, tempowisselingen. ” 

Roger: “Een nieuw nummer kan overal vandaan komen. Soms heb ik een deuntje op de gitaar, soms heeft Erik een tekst, en als we samen spelen ontstaat er iets. Ik luister ook veel jazz, War on Drugs en Snarky Puppy, bijvoorbeeld, en daar komt ook vaak inspiratie uit.” 

Erik: “Ja en het nummer I’m not your toy boy, is echt gebeurd. Ik had een leuke vrouw ontmoet, die tegen me zei: ‘oh wat leuk, mijn vriendin heeft ook een toyboy’, maar ik had helemaal geen zin om een toyboy te zijn, en toen kwam de tekst van dat nummer in me op.“ 

In alle filmpjes komt een beertje voor, wat is de reden daarvan? 

Erik: “Dat is het beertje van mijn zoon van vroeger, die zit in elk filmpje als eerbetoon aan hem. Hij was zelf ook een geweldige muzikant. Aan hem heb ik de studio nagelaten.” 

Wie zijn jullie muzikale helden? 

Roger: “David Bowie, natuurlijk.” 

Erik: “The Beatles en Pink Floyd en later Supertramp. Van Supertramp heb ik de eerste twee concerten gezien. De eerste in Carré, toen nog niet eens uitverkocht. Wij zaten een beetje achterin en omdat het niet uitverkocht was, vroeg de zanger iedereen om naar voren te komen. Dat werd een heel tof concert. Zij speelden alles exact zo als op de plaat, dat was de eerste keer dat ik dat zag. Het grappige is dat ik later, in LA, Mike Doud ontmoette, die de meeste hoezen van Supertramp ontworpen heeft.” 

Roger: “Ja en waar we ook trots op zijn, in het nummer Yoke In The Sky, speelt Bill Nugent, a.k.a. Stumuk, de saxofonist van Frank Zappa, een solo.” 

Hoe kregen jullie hem zover om mee te doen, hij krijgt vast vaak dit soort verzoeken? 

Erik: “Stumuk is een oude vriend van mij, die altijd op onze jamsessie was die we elke zaterdag in ons huis organiseerden. Daar kwamen ook de basgitarist van Funkadelic en mensen die met de Beatles gespeeld hadden. Dus toen we Stumuk vroegen, zei hij: ‘als ik het een goed nummer vindt, dan wil ik het misschien wel doen’, met veel voorbehouden natuurlijk. Toen hebben we een cd voor hem gebrand, want hij wilde het nummer kunnen luisteren in zijn auto. ‘It sounds good in my car’, kregen we te horen. En toen wilde hij wel een solo voor ons spelen”. 

Erik: “Make it as strange as possible, weird is our middle name, zeiden we tegen hem. Hij nam het op in Amerika en stuurde het op. We vroegen of hij ook beeldmateriaal kon opsturen en toen stuurde hij een foto. Toen hebben we nog een keer contact gehad, dat we liever bewegend beeld wilden en toen kregen we een filmpje, maar dat was hele lage resolutie, dus dat kon ik alleen heel klein weergeven. Toen heb ik in het nummer een virtuele Chinese huiskamer gebouwd met een televisie erin en liet ik hem op de televisie zijn solo spelen. Dat was een goede oplossing.” 

Roger: “Het is een hele verrassende solo geworden, heel jazzy, die heel goed past in het nummer.” 

Wat is jullie droom? 

Roger: “Zo lang mogelijk doorgaan.” 

Erik: “Ja precies. It keeps the kid of the street. Ik heb altijd creatieve dingen gedaan en ik wil vooral creatief bezig blijven: filmen, muziek, theater, props maken, bezig blijven. Het is een leuke tijdsbesteding en we worden er steeds beter in.“ 

Meer weten of de filmpjes zien?

Erik Visser en Roger Heijltjes zijn te vinden op YouTube onder de naam MrAdamYork1. Of door te zoeken naar één van de vele intrigerende titels: Streetwise, While We Kiss The Sky, The Walk Of Life, Don’t Toy Me Around of Yolk In The Sky. Er zijn ook 14 clipjes van hen opgenomen in het archief van het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum en 1 clip in het Stadsarchief Amsterdam.

vrijdag 10 februari 2023

Amsterdam morning

 'Fuck me, I'm alive'
said the man with the straw blond hair
fervently searching
through somebody's trash

I gave him five euro
'get some breakfast', I said
'Thank you', he replied
and went to get a beer

so he could be intoxicated
and muse some more
on the amazingness
of being alive

Sati

Ingrediënten van een gedicht

Eerst eenvoudige dingen
zoals ritme en geluid:

een paar restjes
die ik vond

een beetje verdriet
in de hoek van een kamer

midden in de nacht
wat onheil op de loer

een zonnestraal 
op mijn moeders jurk

het schrille getsjirp 
van een vogelkuiken dat viel

een harde storm
en hoe wij huilden 
 
toen de regen
het stof had weggewassen
 
en daarmee alles
wat dit gedicht had moeten bewaren

Sati

The world

Water and words
Trees and birds
Unexpected light
 
With all my might
I love the world
in which we reside
 
Sati

Light

When there is too much light
I search for a place to hide
 
It is in the shade
that my dreams are made
 
 Sati

Zomer

Zomer in de stad
is dubbel stad
de dingen uitgelicht
schaduwstad
stiller, lichter, leger
klaar om te betreden
als Alice, alleen
de mensen achterlatend
in het harde licht van de zon

Sati

Nieuwjaarsdag

Mijn stad is vies
januari kleurt haar grijs
Doffe watten
 
in de lucht
en in mijn hoofd
drukken nu al
 
op het gelukkige nieuwe
jaar van gisteren

Na party komt poëzie

Sati

donderdag 26 januari 2023

Interview Ruben Bunder van Galerie Vriend van Bavink

Op de laatste zonnige herfstdag kom ik aanlopen over de Geldersekade, waar het rustig is op deze vrijdag vroeg in de middag, te vroeg nog voor de toeristen die doorgaans luidruchtig deze buurt frequenteren. Ruben Bunder zit voor zijn Galerie Vriend van Bavink te praten met één van de kunstenaars die zijn galerie vertegenwoordigt. Ik ben te laat, het geeft niet, zegt hij. Voor het interview nemen we plaats in het hotel naast de galerie, waar hij, kind aan huis kennelijk, zelf koffie zet.

Hoe lang bestaat de galerie al? 

Ruben: “Ik denk zo’n vijftien jaar. Ik ben de galerie gestart op Geldersekade nummer 58 [red: de galerie zit nu op nummer 34]. Toen ben ik ook al eens geïnterviewd door OpNieuw. 

Waar komt de naam vandaan? 

De naam is ontleend aan de schrijver Nescio, die het karakter Bavink en zijn vrienden beschrijft in verschillende verhalen. Bavink is de kunstenaar die de realiteit, die zich zo intens aan hem voordoet, probeert vast te leggen op doek en daar, volgens zichzelf, telkens onvoldoende in slaagt en dus blijft zoeken. Bavink is ook het soort kunstenaar dat we zoeken voor onze galerie, dus zijn wij vriend van.” 

Wat bedoel je met kunstenaars zoals Bavink? 

“Kunstenaars die dingen uit de realiteit naar een ander niveau brengen, doordat ze er anders naar kijken. Bijvoorbeeld zoals Maurice van Tellingen doet, met zijn miniaturen van gewone dingen: een keuken, een zwembad, een putdeksel, in de tentoonstelling die nu loopt. Door de maatvoering en wat hij uitlicht en weglaat, verandert hij de manier waarop je er als kijker naar kijkt en krijgen die alledaagse dingen een andere lading. Ook de titel van deze tentoonstelling: Vier-en-dertig ondergaande zonnen, is een directe verwijzing naar een citaat van Bavink: ‘Begrijp jij wat die zon van mij wil? Vier-en dertig ondergaande zonnen heb ik tegen de muur staan, achter elkaar, omgekeerd. En toch staat-i daar weer iederen avond.’ Een installatie van 240 zonsondergangen op de muur, van Penelope Umbrico, ‘Suns from Sunsets from Flickr’ maakt ook deel uit van deze tentoonstelling. Die zoektocht van kunstenaars, daar gaat het over.” 

En wat is jullie rol daarin als galerie? 

“Wij hebben het netwerk. En we werken nauw samen met de kunstenaars. We doen vanaf het begin veel aan talentontwikkeling, nemen kunstenaars mee naar beurzen, kijken hoe het werk valt. Zo zijn we de afgelopen vijftien jaar gegroeid en de kunstenaars ook. We zijn ook gewoon een commerciële galerie en we hebben inmiddels wel een plek in het Nederlandse kunstlandschap. Nu willen we ook ons netwerk van kopers uitbreiden. Dat doen we door te investeren, onder andere in internationale beurzen, zoals Art Brussel. Aldo van den Broek doet het goed op Art Rotterdam, nu willen we hem introduceren op Art Brussel.” 

Hoe ben je ooit begonnen? 

“Ik woonde in de kelder bij mijn ouders en ik wilde graag het huis uit, maar niet de buurt uit. In 2007 liep het project 1012 nog en de Geldersekade was een gedoogzone. Aan het begin van de straat was een camera en aan het einde van de straat ook één. Precies in het midden, op nummer 58, hadden de camera’s geen zicht, dus daar verzamelden de junkies en dealers zich. Niemand wilde daar iets beginnen, dus dacht ik ‘daar wil ik wel iets beginnen’. Ik kreeg een deal met Stadsgoed en mocht erin. Zo ben ik begonnen met tentoonstellingen organiseren, proberen werk te verkopen, eerst in mijn eigen omgeving en daarna steeds breder. Ik studeerde er nog bij in het begin, eerst rechten, toen sociologie, toen kunstgeschiedenis. Geen van drieën afgemaakt en toen geconcludeerd dat ik niet geschikt was om in de studiebanken te zitten. Omdat ik begonnen ben ongeveer op hetzelfde moment dat de financiële crisis zijn intrede deed, ben ik gaan werken als chef-kok bij de Engelbewaarder, en bouwde ik daarnaast de galerie op. Rond dezelfde tijd kreeg ik een compagnon, Meier Boersma, en toen zijn we samen serieuzer gaan investeren in de galerie. Toen kregen we ook een grotere ruimte op nummer 34, waar we nu zitten. Van daaruit zijn we gegroeid.” 

Hoe selecteer je de kunstenaars waar jullie mee werken?

 “Wij benaderen hen, zij benaderen ons. We houden van kunstenaars met een verhaal, met humor, relativerend, soms er dik bovenop, soms autobiografisch, maar altijd dicht op de tijd. Denk aan Kadir van Lohuizen, over de voedselketen. Zijn visuele onderzoek naar de wereld achter onze voedselproductie en -consumptie zet aan het denken. Wat zou de toekomst van dit voedselsysteem ons kunnen brengen? Kadir zit al langere tijd bij ons.” 

Hoe beoordeel je wat een goede kunstenaar voor jullie galerie is?

“Dat is een kwestie van veel zien en gut feeling op basis van ervaring. Onze kopers vertrouwen daar ook op. Als galerie heb je ook een vertrouwensband met je kopers, een persoonlijke relatie eigenlijk. Wij organiseren ook veel diners in de galerie en gelegenheden voor kopers en kunstenaars om elkaar te ontmoeten. 

Nog even terug naar de Nieuwmarktbuurt, waarom wilde je hier niet weg? 

“Omdat ik hier geboren en getogen ben. De buurt was anders toen ik klein was, er waren veel problemen met verslaafden en dealers en de buurtbewoners van toen hebben het leefbaar gemaakt. Nu zijn de junks ingeruild voor lallende toeristen en hebben we andere problemen. Ik heb nu zelf een kind en ik woon hier dus nu is het mijn verantwoordelijkheid om het hier goed te houden. Ik denk dat het goed is dat er kritiek is op de soort toeristen die naar het centrum van Amsterdam komen, maar dan moeten we ook zeggen wat we wel willen.” 

En wat wil jij? 

“De wallen teruggeven aan de Amsterdammers. Winkels voor bewoners. Dat mensen weer buiten kunnen zitten. Ik ben voor veel dingen die onze burgemeester ook wil, zoals het i-criterium voor coffeeshops, een erotisch centrum ergens anders in Amsterdam, focus op kunst en cultuur, geweldig, maar het kost wel geld. Veel nieuwe kunstenaars zijn er niet in de buurt, omdat daar geen betaalbare woon-atelierruimte voor is. Dus meer ruimte voor kunst en cultuur, voor jonge mensen in de buurt, ik ben helemaal voor. Ik zal er in ieder geval alles aan doen wat ik kan. Het is mijn buurt en ik ga hier niet weg.”