dinsdag 26 april 2011

Kikkers, kraaien en een dode veenmol

Vanochtend werd ik verwelkomd door een witte vlinder. Fladderend tussen de stokken waar de erwtjes moeten komen. De tuin is uitnodigend en groen. "Al dat groen is onkruid", zegt de tuinder die mijn buurman is. Geen gevoel voor romantiek, denk ik. Al dat groen is balsem voor mijn stadse ziel. De tuin heeft vandaag een heleboel cadeautjes voor me. Op het hoopje aarde dat er nog ligt van het graven van de composthoop, staat ineens een rabarberstruik te pronken met zijn mooie rode bladeren. In mijn kruidencirkel is een selderijplant zo aanwezig dat ik de soep al bijna ruik. En tussen het groene onkruid komt op verschillende plaatsen eikenbladsla omhoog. Erfenisje van de vorige eigenaar. De frambozen, die ik op goed geluk gesnoeid had begin maart, staan vol blad. De kersenboom geeft schaduw in de hitte met zijn zachte witte bloesem. De tuinbonen en aardappels zijn opgekomen (hoera), de kruiden in mijn kruidencirkel doen het fantastisch en de sla is niet opgedroogd. Een kikker in de sloot probeert me luidruchtig te versieren. Een grote zwarte kraai wil mee-eten, terwijl het eten nog niet eens gegroeid is. Brutale tuingast. Ik heb wat stokken over de peultjes gelegd (ja het zijn peultjes geworden in plaats van erwtjes, want ik was toch bang voor melige erwtjes). Verder heb ik schorseneren, prei en spinazie gezaaid vandaag. En mijn eerste moord gepleegd in de tuin. Een veenmol heeft het onderspit gedolven. Het is eten of gegeten worden in zo'n tuin (voor de plantjes dan).

vrijdag 15 april 2011

Moestuin

Ik ben aan het tuinieren geslagen in een moestuin van 110 m2. Ik heb al nieuwe aardappels geplant, tuinbonen en sla en een heleboel kruiden: knoflook, bieslook, tijm, salie, rozemarijn en munt. De stokken voor de erwten staan ook in de grond, hoewel ik de erwten nog moet zaaien. Time is of the essence, begrijp ik, want ik heb gelezen dat erwten melig worden als je ze te laat zaait.

Ondertussen ben ik me aan het inlezen op het wereld wijde web, want ik weet nog heel weinig over tuinieren. Van al dat lezen word ik blij. De natuur zit zo prachtig in elkaar. Zo ontdek ik dat er plantjes zijn die elkaar helpen. Als je wortels en uien naast elkaar plant, zorgen de uien dat de wortels niet aangetast worden en zorgen de wortels dat de uien rustig kunnen groeien. Naast de brandnetel groeit als vanzelf de hondsdraf en die helpt weer tegen de jeuk die je kunt krijgen van de brandnetels. Het is net een sprookje.

Als ik een dag in de tuin geweest ben, zingt de tuin in mijn hoofd.