Ik heb de rubriek 'sati leest' aan de rechterkant van mijn blog verwijderd. Hieronder plaats ik nog één keer de namen van de boeken die in die rubriek stonden, met links naar interessante informatie erover. To whom it may concern, zullen we maar zeggen.
Jonathan Safran Foer - Dieren eten
Adriaan van Dis - Stadsliefde scenes in Parijs
Laurent Binet - Hhhh
Aimee Bender - The particular sadness of lemon cake
Albert Cossery - de mensen die god vergat
Carolyn Steel - de hongerige stad
Ma Jian - Beijing Coma
Michael Pollan - In defense of Food en Botany of Desire
Sandro Veronesi - XY
Toni Morrison - The Bluest Eye
Yoko Ogawa - The Housekeeper and the Professor
Voortaan zal ik wat uitgebreider schrijven over de boeken die ik lees en waar ik enthousiast over ben. Dat enthousiasme deel ik graag. Natuurlijk hoor ik ook graag wat anderen lezen, dus reageer vooral.
De stukjes die ik zal schrijven over boeken, zal ik opnemen met als label 'sati leest'. Als je dan klikt op dat label, krijg je alle teksten te zien over de boeken die ik kan aanbevelen. Alles geheel op basis van mijn eigen smaak en interesses, uiteraard. En als ik interessante informatie kan vinden op het web, zal ik daar naar linken.
vrijdag 12 april 2013
maandag 8 april 2013
John Steinbeck
Ik ben nog steeds in de ban van John Steinbeck. Na het luisteren naar Of Mice and Men (in de vorm van een luisterboek) en het lezen van Travels with Charley en The Grapes of Wrath, lees ik nu East of Eden. En ik kan ze allemaal evenzeer aanbevelen. Wat een ongelofelijk goede schrijver. Alles leeft en heeft diepte. En hij schrijft met zoveel liefde over landschap.
Als ik zijn boeken lees, gaat mijn oog als een camera over het land dat hij beschrijft. Sterker nog, ik voel het land van binnen. Zijn landschap is vooral de Salinas Vallley in Californië, maar het kan voor mij elk landschap zijn. Omdat het gaat over hoe wij als mensen het land gebruiken, ervan eten, erop leven, liefhebben, sterven. Hoe het land waar we op leven ons vormt.
Het landschap in The Grapes of Wrath is voor mij Zuid-Spanje, waar ik als kind met mijn moeder, mijn zusjes en mijn broertje gereisd heb door de Spaanse Pyreneën en de Sierra Nevada. Ik lees over Californie, maar zie het gebied rond Granada eind jaren zeventig. Slaperige dorpspleinen deinend tussen de bergen in de middagzon die alles stil maakt. Daarbuiten, droog gebarsten land. Machtige rotsen aan de ene kant van de weg, glooiende velden vol thijm en lavendel aan de andere kant. Het beekje in het dal waar we onszelf en onze kleren wasten. De koele ochtend als het condens nog op de plantjes stond, de dag die steeds warmer werd, de droge warme middag als de velden vol gezoem waren, de lome donkere warmte in de avond, decor voor geheimen. Een landschap dat tegen je praat, dat zich in je geest en je lichaam nestelt en waar je altijd naar terug kunt gaan. Dat is waar de taal van John Steinbeck voor mij aan raakt.
Een citaat
“A large drop of sun lingered on the horizon and then dripped over and was gone, and the sky was brilliant over the spot where it had gone, and a torn cloud, like a bloody rag, hung over the spot of its going. And dusk crept over the sky from the eastern horizon, and darkness crept over the land from the east.”
Als ik zijn boeken lees, gaat mijn oog als een camera over het land dat hij beschrijft. Sterker nog, ik voel het land van binnen. Zijn landschap is vooral de Salinas Vallley in Californië, maar het kan voor mij elk landschap zijn. Omdat het gaat over hoe wij als mensen het land gebruiken, ervan eten, erop leven, liefhebben, sterven. Hoe het land waar we op leven ons vormt.
Het landschap in The Grapes of Wrath is voor mij Zuid-Spanje, waar ik als kind met mijn moeder, mijn zusjes en mijn broertje gereisd heb door de Spaanse Pyreneën en de Sierra Nevada. Ik lees over Californie, maar zie het gebied rond Granada eind jaren zeventig. Slaperige dorpspleinen deinend tussen de bergen in de middagzon die alles stil maakt. Daarbuiten, droog gebarsten land. Machtige rotsen aan de ene kant van de weg, glooiende velden vol thijm en lavendel aan de andere kant. Het beekje in het dal waar we onszelf en onze kleren wasten. De koele ochtend als het condens nog op de plantjes stond, de dag die steeds warmer werd, de droge warme middag als de velden vol gezoem waren, de lome donkere warmte in de avond, decor voor geheimen. Een landschap dat tegen je praat, dat zich in je geest en je lichaam nestelt en waar je altijd naar terug kunt gaan. Dat is waar de taal van John Steinbeck voor mij aan raakt.
Een citaat
“A large drop of sun lingered on the horizon and then dripped over and was gone, and the sky was brilliant over the spot where it had gone, and a torn cloud, like a bloody rag, hung over the spot of its going. And dusk crept over the sky from the eastern horizon, and darkness crept over the land from the east.”
donderdag 14 februari 2013
Wie het kleine niet eert
Recent vond ik een erg leuk boekje op het Waterlooplein: 100 avonturen met een pollepel van J.W.F. Werumeus Buning. Een hoofdstuk in dat boekje gaat over verse kruiden "de geuren der goede wereld". Een paar citaten wil ik graag delen.
Een twijgje van het kruid basilicum, aan de neus gehouden, doordringt de mens met fijne geur en vrede; een gering blaadje tijm, tussen de vingers gewreven, het behoeft niet meer dan een splinter te zijn, riekt naar een stille, warme wereld ...... Het is goed aan kruiden te ruiken in dagen van zwarigheden; ze ruiken naar de goede wereld."
Nadat hij de fijne kenmerken van deze kruiden bezongen heeft, gaat hij in op het feit dat ze in de keuken heden ten dage (1939) niet meer gebruikt worden.
"Zij behoren tot de wereld der kleine dingen die onsterfelijk zijn, en wij bemoeien ons zo druk met de grote dingen die sterfelijk zijn, dat wij nauwelijks tijd hebben voor al dit kleine en kostelijke. Wanneer men weten wil hoe haastig en liefdeloos en onbeschaafd de wereld geworden is - al schrikt ze dan af en toe nog eens wakker uit haar droom van hogere beschaving, als dezer dagen- dan kan men onder anderen eens in een kruidentuin gaan wandelen, een zeer leerzame les."
Dat er geen verse kruiden meer gebruikt worden ligt, aldus Buning, niet aan de kosten en niet aan de groenteboer, maar aan "het feit dat u en ik te onbeschaafd zijn geworden om om kruiden te vragen". En om ze te gebruiken in de keuken. En de mensen die zich afvragen of dat nou zo erg is, waarom niet gewoon een potje of zakje van het een of ander gekocht, geeft hij het volgende antwoord:
"Maar keer de zaak eens om: denkt ge soms dat een wereld, die de goede en eenvoudigste kleine dingen niet meer kent, die haar kruiden voornamelijk in gepatenteerde sausfleschjes, haar groenten in blik, haar politiek in slagzinnen, haar religie in gemakkelijke en vereenvoudigde vormen en haar literatuur in bevattelijke richtingen kent, de ware en de beste wereld is?"
En het hoofdstuk eindigt met:
"Ga op avontuur met de marjolein, de tijm en de pimpernel, de kervel en de basilicum, de dragon en de kruizemunt als ge wat van koken wilt leeren verstaan, ge kunt er eeuwenoude en troostrijke werken des vredes mee verrichten; het kost niets, slechts liefde, zorg en kennis, in een woord, goede wereldsche beschaving; datgene, wat Europa dezer dagen zoo bitter noodig blijkt te hebben."
Een twijgje van het kruid basilicum, aan de neus gehouden, doordringt de mens met fijne geur en vrede; een gering blaadje tijm, tussen de vingers gewreven, het behoeft niet meer dan een splinter te zijn, riekt naar een stille, warme wereld ...... Het is goed aan kruiden te ruiken in dagen van zwarigheden; ze ruiken naar de goede wereld."
Nadat hij de fijne kenmerken van deze kruiden bezongen heeft, gaat hij in op het feit dat ze in de keuken heden ten dage (1939) niet meer gebruikt worden.
"Zij behoren tot de wereld der kleine dingen die onsterfelijk zijn, en wij bemoeien ons zo druk met de grote dingen die sterfelijk zijn, dat wij nauwelijks tijd hebben voor al dit kleine en kostelijke. Wanneer men weten wil hoe haastig en liefdeloos en onbeschaafd de wereld geworden is - al schrikt ze dan af en toe nog eens wakker uit haar droom van hogere beschaving, als dezer dagen- dan kan men onder anderen eens in een kruidentuin gaan wandelen, een zeer leerzame les."
Dat er geen verse kruiden meer gebruikt worden ligt, aldus Buning, niet aan de kosten en niet aan de groenteboer, maar aan "het feit dat u en ik te onbeschaafd zijn geworden om om kruiden te vragen". En om ze te gebruiken in de keuken. En de mensen die zich afvragen of dat nou zo erg is, waarom niet gewoon een potje of zakje van het een of ander gekocht, geeft hij het volgende antwoord:
"Maar keer de zaak eens om: denkt ge soms dat een wereld, die de goede en eenvoudigste kleine dingen niet meer kent, die haar kruiden voornamelijk in gepatenteerde sausfleschjes, haar groenten in blik, haar politiek in slagzinnen, haar religie in gemakkelijke en vereenvoudigde vormen en haar literatuur in bevattelijke richtingen kent, de ware en de beste wereld is?"
En het hoofdstuk eindigt met:
"Ga op avontuur met de marjolein, de tijm en de pimpernel, de kervel en de basilicum, de dragon en de kruizemunt als ge wat van koken wilt leeren verstaan, ge kunt er eeuwenoude en troostrijke werken des vredes mee verrichten; het kost niets, slechts liefde, zorg en kennis, in een woord, goede wereldsche beschaving; datgene, wat Europa dezer dagen zoo bitter noodig blijkt te hebben."
woensdag 23 januari 2013
Optimist
Als je als zzp-er eens even geen werk hebt, hoef je gelukkig ook niet te doen alsof. Dus ben je soms zomaar even vrij. Die momenten gebruik ik graag om nuttige dingen te doen in een heel onnuttig tempo. Zoals naar de tandarts gaan en daarna heel omslachtig terug naar huis fietsen. Liefst via een onlogische route met veel ruimte voor zijpaden en dwarsstraten, zoals in een goed gesprek. Als je je ogen openhoudt, sowieso wel handig tijdens het fietsen, praat de stad soms terug.
Vandaag fietste ik over de grachten van Amsterdam en door de negen straatjes. Het viel me op hoe stil het overal was. Een leeg koffiehuis, een broodjeszaak met één klant, een café met een slapende kat op een barkruk, een winkel met fleurige jurkjes die wanhopig proberen vol te houden dat het geen januari en min tien is. Stilte. Overal. Mooi, maar ook een beetje treurig.
Toen fietste ik langs de Nieuwezijds Voorburgwal waar normaal gesproken twee keer in de week een postzegelmarkt gehouden wordt. En, geloof het of niet, midden op het kleine plein, in de sneeuw, zat één verkoper achter een rijtje boeken met postzegels. De rest van het plein was leeg. Ik fietste verder en vroeg me af: is dat nou die optimistische ondernemer die onze economie gaat redden? Of is ie gewoon gek?
Vandaag fietste ik over de grachten van Amsterdam en door de negen straatjes. Het viel me op hoe stil het overal was. Een leeg koffiehuis, een broodjeszaak met één klant, een café met een slapende kat op een barkruk, een winkel met fleurige jurkjes die wanhopig proberen vol te houden dat het geen januari en min tien is. Stilte. Overal. Mooi, maar ook een beetje treurig.
Toen fietste ik langs de Nieuwezijds Voorburgwal waar normaal gesproken twee keer in de week een postzegelmarkt gehouden wordt. En, geloof het of niet, midden op het kleine plein, in de sneeuw, zat één verkoper achter een rijtje boeken met postzegels. De rest van het plein was leeg. Ik fietste verder en vroeg me af: is dat nou die optimistische ondernemer die onze economie gaat redden? Of is ie gewoon gek?
maandag 14 januari 2013
Pauze
Een lichtgrijze middag. Ik heb haast, maar het oudste smoesje van de wereld wordt voor mijn ogen werkelijkheid. De brug gaat open. De slagboom aan de overkant is al dicht. Ik overweeg de brugwachter lief aan te kijken en te vragen of ik er nog onderdoor mag. Maar terwijl ik twijfel over wel of niet vragen, gaat de slagboom ook aan onze kant omlaag. De brugwachter haalt een hendel over. De brug laat met een knal los.
Fietsers en wandelaars trappelen van ongeduld. Drie zwanen glijden als drie gratiën over het water en het houten salonbootje, waar dit allemaal om begonnen is, komt langzaam dichterbij. De brugwachter plaatst een hendel in een draaimechanisme en hangt zijn hele gewicht eraan om de brug omhoog te krijgen. Bij elke draai piept het onwillige metaal. De overkant wordt langzaam onbereikbaar.
Het water is donkerbruin, de afstand tot de kade groot. Even waan ik me in een stad zonder bruggen. Een verzameling eilandjes zonder de vanzelfsprekendheid van een doorgaande weg. De zwanen vermoeden gevaar. Ze zetten hun veren hoog op en even lijkt het erop dat ze zullen opvliegen. Maar eentje duikt met zijn kop in het water alsof hij hier niets mee te maken wil hebben, en de rest schuift braaf naar de kant.
De schipper begroet de brugwachter. Wij wachtenden blijven stil staan, als brave schoolkinderen die niet durven te praten als de meester voor ze het schoolplein oploopt. Het voorbijgaan van het bootje duurt niet langer dan een minuut. De brugwachter herhaalt zijn ritueel in tegenovergestelde richting. Brug omlaag en vastzetten. “Het is toch een mooi systeem”, zeg ik, onder de indruk van de romantiek van het moment. “Het is een klotesysteem”, antwoordt hij in onvervalst plat Amsterdams. En terwijl hij de slagboom omhoog duwt moppert hij nog even door “veel te zwaar”. Ik lach. De stilte is voorbij.
Naast mij rennen de losgelaten schoolkinderen naar de overkant. Een vrouw kan haar ongeduld niet bedwingen en duikt, met fiets en al, onder de nog neergelaten slagboom door. De brugwachter schudt zijn hoofd en met een zucht duwt hij ook de tweede slagboom omhoog. Ik vervolg mijn wandeling. Met iets minder haast.
Fietsers en wandelaars trappelen van ongeduld. Drie zwanen glijden als drie gratiën over het water en het houten salonbootje, waar dit allemaal om begonnen is, komt langzaam dichterbij. De brugwachter plaatst een hendel in een draaimechanisme en hangt zijn hele gewicht eraan om de brug omhoog te krijgen. Bij elke draai piept het onwillige metaal. De overkant wordt langzaam onbereikbaar.
Het water is donkerbruin, de afstand tot de kade groot. Even waan ik me in een stad zonder bruggen. Een verzameling eilandjes zonder de vanzelfsprekendheid van een doorgaande weg. De zwanen vermoeden gevaar. Ze zetten hun veren hoog op en even lijkt het erop dat ze zullen opvliegen. Maar eentje duikt met zijn kop in het water alsof hij hier niets mee te maken wil hebben, en de rest schuift braaf naar de kant.
De schipper begroet de brugwachter. Wij wachtenden blijven stil staan, als brave schoolkinderen die niet durven te praten als de meester voor ze het schoolplein oploopt. Het voorbijgaan van het bootje duurt niet langer dan een minuut. De brugwachter herhaalt zijn ritueel in tegenovergestelde richting. Brug omlaag en vastzetten. “Het is toch een mooi systeem”, zeg ik, onder de indruk van de romantiek van het moment. “Het is een klotesysteem”, antwoordt hij in onvervalst plat Amsterdams. En terwijl hij de slagboom omhoog duwt moppert hij nog even door “veel te zwaar”. Ik lach. De stilte is voorbij.
Naast mij rennen de losgelaten schoolkinderen naar de overkant. Een vrouw kan haar ongeduld niet bedwingen en duikt, met fiets en al, onder de nog neergelaten slagboom door. De brugwachter schudt zijn hoofd en met een zucht duwt hij ook de tweede slagboom omhoog. Ik vervolg mijn wandeling. Met iets minder haast.
maandag 8 oktober 2012
Travels with Charley
Ik heb John Steinbecks Travels with Charley ontdekt via Geert Mak's Reizen zonder John, waarin hij de reis van John Steinbeck door Amerika nareist. Hoe ingewikkeld kun je tot een boek komen? Maar deze minireis was zeer de moeite. Het boek van Geert Mak vond ik interessant, omdat hij vooral ingaat op het huidige Amerika, met ontwikkelingen die soms huiveringwekkend lijken op de onze.
Maar dan het origineel van John Steinbeck. Wat een prachtig boek is dat. Met zinnen als: "through my own efforts I am lost most of the time wihtout any help from anyone." Ik hou van dat soort taal die heel precies iets beschrijft, maar ook op andere niveaus te lezen is.
Of geweldige macho taal als deze: "If I were hungry, I would happily hunt anything that runs or crawls or flies, even relatives, and tear them down with my teeth."
Lezen dus.
Maar dan het origineel van John Steinbeck. Wat een prachtig boek is dat. Met zinnen als: "through my own efforts I am lost most of the time wihtout any help from anyone." Ik hou van dat soort taal die heel precies iets beschrijft, maar ook op andere niveaus te lezen is.
Of geweldige macho taal als deze: "If I were hungry, I would happily hunt anything that runs or crawls or flies, even relatives, and tear them down with my teeth."
Lezen dus.
donderdag 12 juli 2012
Risotto met tuinbonen en munt

Voorbereidingen
Zet een halve liter bouillon klaar (ik had een groentebouillon blokje met een halve liter water, maar je kunt elke andere bouillon ook gebruiken).
Zet 250 gram gedopte tuinbonen klaar (vers is het lekkerst, maar uit de diepvries kan ook).
Zet een schaaltje geraspte Parmezaanse kaas klaar.
Snij de blaadjes van drie of vier takjes munt fijn en zet klaar.
Zet de pepermolen klaar.
Koken
Zet een pan met ruim water op het vuur (om straks de tuinbonen in te koken).
Doe een bodempje olijfolie in een andere pan met een dikke bodem (als je die niet hebt kan een gewone pan ook, maar dan moet je nog beter opletten met roeren).
Doe de risotto rijst erbij en roer even door totdat alle rijstkorrels bedekt zijn met olie.
Doe dan langzaam steeds een beetje bouillon erbij en roer totdat de bouillon opgenomen is door de rijst.
Proef af en toe of de rijst al zacht genoeg is naar je smaak. Zo niet, dan voeg je nog wat bouillon toe en blijf je roeren.
Als alle bouillon opgenomen is en de rijst gaar, zet je het vuur uit.
Doe de tuinbonen in de pan met het kokende water en kook ze ongeveer 3-5 minuten (afhankelijk van de grootte van de bonen duurt het koken korter of langer). De bonen moeten nog een beetje bite hebben.
Giet de bonen af en laat ze even uitlekken.
Doe een klontje boter bij de risotto en roer goed door.
Voeg de Parmezaanse kaas beetje bij beetje al roerend toe aan de risotto.
Voeg de tuinbonen toe aan de risotto.
Voeg de munt toe aan de risotto.
Geef een flinke draai aan de pepermolen.
Eet smakelijk!
Erbij
Omdat de risotto met de kaas en bonen zo romig is, vond ik het lekker om er nog iets fris bij te eten, zoals een tomaten of groene salade.
dinsdag 10 juli 2012
Reizen zonder voorkennis
Vrij van dagelijkse dingen, danst mijn blik door de straten.
Levende vissen in rode plastic babybadjes, dode eenden tussen de schone was, kakelende kippen, zoete aardappels roosterend in een olievat.
Jin Mao kijkt op ons neer, 420 meter staal en glas.
Monniken in oranje gewaden behangen de tempel met briefjes die voorspellen of het een goed leven wordt, een goed huwelijk, een goede reis. De Boeddha lacht.
Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
Als ik aan Lissabon denk, krijg ik al heimwee
Als ik aan Lissabon denk, krijg ik al heimwee.
Zeg je Barcelona, dan ruik ik tortilla en serrano ham.
New York is stof en oude mensen in de metro.
Sjanghai een mierenhoop met een kopje thee.
Ik hoor de tropische Balinese regen op mijn klamboe.
Voel de stilte van de Ardennen in mijn hart en hoofd.
Griekenland dat is een leeg strand met de allerliefste.
Overal kan ik thuis zijn en dat is natuurlijk fijn.
Maar ik heb altijd heimwee.
Zeg je Barcelona, dan ruik ik tortilla en serrano ham.
New York is stof en oude mensen in de metro.
Sjanghai een mierenhoop met een kopje thee.
Ik hoor de tropische Balinese regen op mijn klamboe.
Voel de stilte van de Ardennen in mijn hart en hoofd.
Griekenland dat is een leeg strand met de allerliefste.
Overal kan ik thuis zijn en dat is natuurlijk fijn.
Maar ik heb altijd heimwee.
maandag 18 juni 2012
Het geheugen van de tuin
Omdat ik tot nu toe tuinier zonder al te veel systeem (deels bewust, deels wegens tijdgebrek) vergeet ik soms waar ik wat neergezet heb. Dus maaide ik bij het verwijderen van onkruid tussen de tuinbonen rücksichtslos de dille weg die ik daar een week eerder geplant had. Met excuses aan mijn tuinvriendin die de dille in de kas tot plantje gekweekt had.
Maar ik vind ook vaak dingen terug die ik vergeten was. De koriander die ik gezaaid had naast de knoflook. Wat een verrassing toen ik die mooi gekartelde blaadjes op zag komen. En de harde wortel die ik tijdens het spitten aantrof, wat was dat ook al weer? De geur gaf het antwoord. Mijn handen roken naar soep, dat kon alleen maar lavas zijn. De rabarber die ik vorig jaar opgegeven had kwam onverwacht groots terug naast de composthoop met waaierbladeren en dieprode stengels.
Koriander, lavas, goudsbloem, zuring, rabarber, vrouwenmantel, viooltjes, wandelen door de wanorde van mijn tuin wordt steeds meer een ontdekkingstocht. Mijn stadsde hoofd begint langzaam een plantengeheugen te ontwikkelen. De goudsbloemen hebben mijn wiedende handen overleefd. Nu is het wachten op de zon om te zien wat er nog meer opkomt in de tuin.
Zij vergeet tenslotte niets.
Maar ik vind ook vaak dingen terug die ik vergeten was. De koriander die ik gezaaid had naast de knoflook. Wat een verrassing toen ik die mooi gekartelde blaadjes op zag komen. En de harde wortel die ik tijdens het spitten aantrof, wat was dat ook al weer? De geur gaf het antwoord. Mijn handen roken naar soep, dat kon alleen maar lavas zijn. De rabarber die ik vorig jaar opgegeven had kwam onverwacht groots terug naast de composthoop met waaierbladeren en dieprode stengels.
Koriander, lavas, goudsbloem, zuring, rabarber, vrouwenmantel, viooltjes, wandelen door de wanorde van mijn tuin wordt steeds meer een ontdekkingstocht. Mijn stadsde hoofd begint langzaam een plantengeheugen te ontwikkelen. De goudsbloemen hebben mijn wiedende handen overleefd. Nu is het wachten op de zon om te zien wat er nog meer opkomt in de tuin.
Zij vergeet tenslotte niets.
donderdag 14 juni 2012
Slechte zomer, mooie tuin
Er is veel mislukt in de tuin dit jaar door het rare weer. Eerst heel warm, toen weer koud, toen wisselvallig. Mijn radijsjes (eerste keer) waren oogstbaar, maar heel houtig. Ze hadden zich gehard tegen de kou. De spinazie was doorgeschoten terwijl hij nog niet eens groot genoeg was om te oogsten. Arme spinazie. De snijbiet was maar heel minimaal opgekomen, maar wel een beauty met die prachtige rode stengels. De peultjes leken goed te gaan. De struik hing vol en ze daagden me uit om ze te plukken. Maar echt lekker waren ze niet. De smaak was goed, maar de structuur erg draderig. De dille heb ik zelf omgebracht (een week nadat ik hem geplant had). De sla is geen krop geworden, maar de losse blaadjes zijn met een beetje olijfolie en rode wijnazijn toch erg lekker. De Andijvie was heerlijk. Zacht en een heel klein beetje bitter. Perfect voor een oma-stamppotje met een gehaktballetje. En nu?
Nu heb ik mijn hoop gevestigd op de onverwoestbare tuinbonen, de knoflook die gestaag doorgroeit wat voor weer het ook is, pompoenen en courgettes, tomaten (als de zon ooit nog besluit te gaan schijnen), aardperen, pastinaak, wortels en bessen en, en, en, en .....
Het is een slechte zomer, maar het blijft een mooie tuin.
zaterdag 9 juni 2012
Omdat het niet anders kan
Besluiten wie je favoriete dichter is, is bijna net zo onmogelijk als besluiten wie je beste vriend is. En bijna net zo ridicuul. Als je toch probeert te bedenken wie er favoriet is, komen alle oude geliefden weer eens langs. Mijn eerste kennismaking met de poëzie was een gedicht van Neeltje Maria Min.
Mijn moeder is mijn naam vergeten, mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan, laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan, o, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Neeltje Maria Min, De Gedichten Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam ISBN 90 351 0818 3
Mijn moeder is mijn naam vergeten, mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan, laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan, o, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Neeltje Maria Min, De Gedichten Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam ISBN 90 351 0818 3
Jarenlang is dit gedicht voor mij het ultieme geweest. De eenvoud en het ritme vond en vind ik indrukwekkend, en ik schreef het in ieder nieuw dagboek op de eerste pagina. Nog altijd ben ik van mening dat er geen woord teveel in staat. En dat is voor mij een van de kenmerken van goede poëzie.
Gerrit Kouwenaar is de eerste dichter van wie ik dingen las die ik onbegrijpelijk vond, maar desondanks zo mooi dat ik bij het lezen alsmaar dacht "als je toch zo naar de wereld kunt kijken en wat je ziet kunt weergeven in een taal die zo loepzuiver is." Alleen al de titel van een van zijn bundels, "de tijd staat open", blijft me overvallen, omdat zich telkens aan me opdringt dat je dit op geen enkele andere manier zou kunnen zeggen. Opvallend is ook het gedachtestreepje waarmee hij zijn gedichten eindigt, alsof er nooit echt een einde aan komt.
Men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnis
nog vellen, men moet zijn winter nog sneeuwen
men moet nog boodschappen doen voor het donker
de weg vraagt, zwarte kaarsen voor in de kelder
men moet de zonen nog moed inspreken, de dochters
een harnas aanmeten, ijswater koken leren
men moet de fotograaf nog de bloedplas wijzen
zijn huis ontwennen, zijn inktlint vernieuwen
men moet nog een kuil graven voor een vlinder
het ogenblik ruilen voor zijn vaders horloge -
Gerrit Kouwenaar, De tijd staat open, gedichten Querido ISBN 90 214 7158 2
Als laatste wil ik Esther Jansma noemen om de ongelofelijk standvastige breekbaarheid van haar beelden. Ze staan als een huis, maar lijken opgebouwd uit spinnendraad.
Afwezigheid
Zoals rozen openen, je ziet het niet,
een roos is een roos is, is plotseling weten:
wat werd gezegd zegt zich weer, missen
is veelvoud, blijft opengaan in het nu
En je begrijpt niet hoe. Je ligt in het hart
en je wachten niets zoekt je, niets
slaapt je naar het licht, blijft zich ontvouwen
terwijl het valt in zichzelf.
Esther Jansma Hier is de tijd De Arbeiderspers ISBN 90 295 2283 6
Gerrit Kouwenaar is de eerste dichter van wie ik dingen las die ik onbegrijpelijk vond, maar desondanks zo mooi dat ik bij het lezen alsmaar dacht "als je toch zo naar de wereld kunt kijken en wat je ziet kunt weergeven in een taal die zo loepzuiver is." Alleen al de titel van een van zijn bundels, "de tijd staat open", blijft me overvallen, omdat zich telkens aan me opdringt dat je dit op geen enkele andere manier zou kunnen zeggen. Opvallend is ook het gedachtestreepje waarmee hij zijn gedichten eindigt, alsof er nooit echt een einde aan komt.
Men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnis
nog vellen, men moet zijn winter nog sneeuwen
men moet nog boodschappen doen voor het donker
de weg vraagt, zwarte kaarsen voor in de kelder
men moet de zonen nog moed inspreken, de dochters
een harnas aanmeten, ijswater koken leren
men moet de fotograaf nog de bloedplas wijzen
zijn huis ontwennen, zijn inktlint vernieuwen
men moet nog een kuil graven voor een vlinder
het ogenblik ruilen voor zijn vaders horloge -
Gerrit Kouwenaar, De tijd staat open, gedichten Querido ISBN 90 214 7158 2
Als laatste wil ik Esther Jansma noemen om de ongelofelijk standvastige breekbaarheid van haar beelden. Ze staan als een huis, maar lijken opgebouwd uit spinnendraad.
Afwezigheid
Zoals rozen openen, je ziet het niet,
een roos is een roos is, is plotseling weten:
wat werd gezegd zegt zich weer, missen
is veelvoud, blijft opengaan in het nu
En je begrijpt niet hoe. Je ligt in het hart
en je wachten niets zoekt je, niets
slaapt je naar het licht, blijft zich ontvouwen
terwijl het valt in zichzelf.
Esther Jansma Hier is de tijd De Arbeiderspers ISBN 90 295 2283 6
woensdag 18 april 2012
Besluiteloze dagen
Buiten schijnt een waterig zonnetje. Het lentegroen hangt er een beetje verlept bij. De bomen twijfelen tussen meer blad maken of nog even wachten tot deze kou weer voorbij is. Besluiteloze dagen.
zondag 18 maart 2012
Het schrijven van een c.v. - Wislawa Szymborska
Wat moet je doen?
Je moet een aanvraag indienen
en bij die aanvraag een c.v. insluiten.
Ongeacht de lengte van het leven
moet het c.v. kort zijn.
Bondigheid en selectie zijn verplicht.
Vervang landschappen door adressen
en wankele herinneringen door muurvaste data.
Van alle liefdes volstaat de echtelijke,
en van de kinderen alleen die welke geboren zijn.
Wie jou kent is belangrijker dan wie jij kent.
Reizen alleen indien buitenslands.
Lidmaatschappen waarvan, maar niet waarom.
Onderscheidingen zonder waarvoor.
Schrijf zo alsof je nooit met jezelf hebt gepraat
en ver uit je eigen buurt bent gebleven.
Ga zwijgend voorbij aan honden, katten en vogels,
rommeltjes van vroeger, vrienden en dromen.
Liever de prijs dan de waarde,
de titel dan de inhoud.
Eerder de schoenmaat dan waarheen hij loopt,
hij voor wie jij doorgaat.
Daarbij een foto met één oor vrij.
Zijn vorm telt, niet wat het hoort.
Wat hoort het dan?
Het dreunen van de papiervernietigers.
Je moet een aanvraag indienen
en bij die aanvraag een c.v. insluiten.
Ongeacht de lengte van het leven
moet het c.v. kort zijn.
Bondigheid en selectie zijn verplicht.
Vervang landschappen door adressen
en wankele herinneringen door muurvaste data.
Van alle liefdes volstaat de echtelijke,
en van de kinderen alleen die welke geboren zijn.
Wie jou kent is belangrijker dan wie jij kent.
Reizen alleen indien buitenslands.
Lidmaatschappen waarvan, maar niet waarom.
Onderscheidingen zonder waarvoor.
Schrijf zo alsof je nooit met jezelf hebt gepraat
en ver uit je eigen buurt bent gebleven.
Ga zwijgend voorbij aan honden, katten en vogels,
rommeltjes van vroeger, vrienden en dromen.
Liever de prijs dan de waarde,
de titel dan de inhoud.
Eerder de schoenmaat dan waarheen hij loopt,
hij voor wie jij doorgaat.
Daarbij een foto met één oor vrij.
Zijn vorm telt, niet wat het hoort.
Wat hoort het dan?
Het dreunen van de papiervernietigers.
donderdag 15 maart 2012
What we don't know can hurt us
Onze voedingsindustrie heeft er een handje van om ons massaal voor de gek te houden. Margarine dat zogenaamd beter voor ons is dan boter zit vol met transvet. Bruin brood wordt soms gemaakt van wit meel met kleurstof. Bestrijdingsmiddelen heten tegenwoordig beschermingsmiddelen,.
Deze week las ik een interessante column van Mark Bittman getiteld "The Human Cost of Animal Suffering". De column gaat over de ervaringen van Timothy Pachirat, een politicoloog, die vijf maanden undercover heeft gewerkt in een grote geïndustrialiseerde slachterij in Amerika. Dit heeft hij gedaan om onderzoek te doen naar de vraag hoe geweld in onze maatschappij genormaliseerd wordt. Onder andere door alle oncomfortabele waarheden buiten beeld te houden, is één van zijn conclusies. Wat niet weet, dat niet deert.
Helaas gaat dat voor ons voedsel niet meer op. Wat niet weet, dat deert juist wel, omdat het niet weten ervoor zorgt dat we niet de keuzes kunnen maken die we misschien zouden willen maken.
Lees die column. En als je daarna behoefte hebt aan iets positiefs en wilt weten hoe het ook zou kunnen, kijk dan naar Vandana Shiva
Deze week las ik een interessante column van Mark Bittman getiteld "The Human Cost of Animal Suffering". De column gaat over de ervaringen van Timothy Pachirat, een politicoloog, die vijf maanden undercover heeft gewerkt in een grote geïndustrialiseerde slachterij in Amerika. Dit heeft hij gedaan om onderzoek te doen naar de vraag hoe geweld in onze maatschappij genormaliseerd wordt. Onder andere door alle oncomfortabele waarheden buiten beeld te houden, is één van zijn conclusies. Wat niet weet, dat niet deert.
Helaas gaat dat voor ons voedsel niet meer op. Wat niet weet, dat deert juist wel, omdat het niet weten ervoor zorgt dat we niet de keuzes kunnen maken die we misschien zouden willen maken.
Lees die column. En als je daarna behoefte hebt aan iets positiefs en wilt weten hoe het ook zou kunnen, kijk dan naar Vandana Shiva
dinsdag 13 maart 2012
Let's be unrealistic dreamers
This morning I read a tweet from Mark Bittman with a link to a speech by Haruki Murakami. Of course the speech was brilliant. I believe almost everything the man writes is brilliant (sorry I am a huge fan). But what also made me read the whole speech while drinking my coffee, is that it said the English translation of the speech was produced as part of a collaborative translation project entitled Planting Seeds Together.
I find it so inspirational that people all over the world, who very often don't know each other, come together on subjects that are important to them. They share their attention, their time and their knowledge to do things that matter. Internet in itself has always allowed us to do so, but social media such as twitter and facebook have made it so much easier.
Besides writing about the nuclear disaster in Japan, Murakami writes so beautifully on the power (dangerous when misused) of communication.
From the speech:
"We had gone beyond the point of no return. The deed was done. Those who doubted nuclear power generation were now asked the intimidating question, “Would you be in favour of power shortages?” Consequently, those who harbour doubts about nuclear power generation came to be labelled as “unrealistic dreamers”. And so we arrived where we are today. Nuclear power plants, which were supposed to be efficient, instead offer us a vision of hell. This is the reality. The so-called “reality” that has been proclaimed by those who promote nuclear power however, isn’t reality at all. It is nothing more than superficial “convenience”, which their flawed logic confused with reality itself."
And
"How wonderful it would be if we could build a house of “unrealistic dreamers” and forge a “community of spirit” that would transcend both country and culture. I believe this would be the starting point for our rebirth, as we have experienced many natural disasters and wanton acts of terrorism in recent times. We must not be afraid to dream. We should never allow the crazed dogs named “efficiency” and “convenience” to catch up with us. We must be “unrealistic dreamers”, who stride forward vigorously. Human beings will die and disappear, but humanity will prevail and will be constantly regenerated. Above all, we must believe in this force."
Look here for the whole speech.
I find it so inspirational that people all over the world, who very often don't know each other, come together on subjects that are important to them. They share their attention, their time and their knowledge to do things that matter. Internet in itself has always allowed us to do so, but social media such as twitter and facebook have made it so much easier.
Besides writing about the nuclear disaster in Japan, Murakami writes so beautifully on the power (dangerous when misused) of communication.
From the speech:
"We had gone beyond the point of no return. The deed was done. Those who doubted nuclear power generation were now asked the intimidating question, “Would you be in favour of power shortages?” Consequently, those who harbour doubts about nuclear power generation came to be labelled as “unrealistic dreamers”. And so we arrived where we are today. Nuclear power plants, which were supposed to be efficient, instead offer us a vision of hell. This is the reality. The so-called “reality” that has been proclaimed by those who promote nuclear power however, isn’t reality at all. It is nothing more than superficial “convenience”, which their flawed logic confused with reality itself."
And
"How wonderful it would be if we could build a house of “unrealistic dreamers” and forge a “community of spirit” that would transcend both country and culture. I believe this would be the starting point for our rebirth, as we have experienced many natural disasters and wanton acts of terrorism in recent times. We must not be afraid to dream. We should never allow the crazed dogs named “efficiency” and “convenience” to catch up with us. We must be “unrealistic dreamers”, who stride forward vigorously. Human beings will die and disappear, but humanity will prevail and will be constantly regenerated. Above all, we must believe in this force."
Look here for the whole speech.
maandag 13 februari 2012
Geduld
Ik kreeg van een tuinvriendin een tak van een kruisbessenstruik. Afgesneden in december. Midden in de winter rook de tak naar bessen en zomer. Je kunt niet aan zo'n tak blijven ruiken, dus zette ik hem thuis in een glas water. Achter de kraan stond hij en telkens als er licht uit de kamer op scheen, verscheen op de muur een schaduw. Een Japanse pentekening om even bij weg te dromen. Maar aan schoonheid wen je snel en na een tijdje begon ik te verlangen naar knoppen, wortels, vermeerdering, nut. De tak gaf niet toe. Ik verving het water regelmatig. Waste het glas af. Bekeek de tak nauwkeurig. Probeerde lauw water. Niets. Ik probeerde zelfs de tak te vergeten, maar door die mooie schaduw was dat ook niet zo eenvoudig. En toen, in een driftige opruimbui, besloot ik dat de tak dan maar weg moest. In de vuilnis ermee. Het water had ik al weggegooid, het glas in de vaatwasser gezet en met de tak in de hand liep ik richting de vuilnisbak. En daar was het ineens, een heel klein wit puntje, maar toch, iets dat door de tak heen brak. Het glas weer gevuld met water en toch nog maar even gewacht. Een kleine maand later is de tak vol met wortels en het glas bijna te klein. Zodra het warm genoeg is mag de tak naar de tuin. En zijn schaduw? Die is nog steeds even mooi.
donderdag 26 januari 2012
Januari telt niet mee
Deze maand is even vluchtig als het grijze weer waar hij zich in hult. Wachtmaand. Net alsof het jaar nog niet echt durft te beginnen. Texel gaf lucht aan de dagen. De zachte kleur van zand en rollende witte golven, halmen in de wind, onverstoorbare schapen, alle zwarte op een veldje apart. De vergane glorie van een badplaats zonder badgasten. En overal ruimte.







maandag 12 december 2011
Home and garden made


Als ik even later stukken grond omspit en schoonmaak wordt de composthoop (of in mijn geval onkruidhoop) steeds hoger. Ik bedenk dat het scheppen van orde op de ene plek, chaos creëert op een andere plek en vraag me af of dat ook voor andere dingen opgaat. En ik realiseer me dat echt werk geen begin en einde heeft maar een voortdurende beweging is.


dinsdag 29 november 2011
De tuin is vergevingsgezind


Ik ben dit jaar voor het eerst in mijn leven begonnen met een moestuin bij een volkstuinvereniging. Leuk, dacht ik, als naief stadsmeisje. En dat is ook zo. Altijd als ik op de tuin ben, haalt mijn hart adem en komt mijn hoofd tot rust. Een middagje hard werken en ik heb energie voor twee weken. En op de een of andere rare manier schijnt er altijd de zon, zelfs als het regent in de stad.
Waar ik niet zo goed op voorbereid was, is hoeveel tijd zo'n tuin kost. Het is dus nog even zoeken naar hoe dat past in de rest van wat ik allemaal wil en moet doen in mijn volle leven. En terwijl ik aan het zoeken ben naar evenwicht, soms denk 'ik stop ermee', tot ik weer geweest ben en denk 'ik stop er nooit meer mee', krijg ik dan zo'n brief. En dan lijkt het net of de tuin onderdeel is van een of andere bureaucratie en ben ik klaar om de handdoek in de ring te gooien. Want bureaucratie heb ik in mijn stadse leven al meer dan genoeg.
Maar gelukkig overwint tot nu toe altijd de tuin. Ik geniet te veel van het wonder dat een zaadje een plantje wordt en dat dat plantje dan ook nog eten voortbrengt. Het wonder van een grote pompoen die groeit aan een kruipend draadje over de grond. Van de framboos die je helemaal afknipt tot een zielig hoopje hout en die een maand of drie later weer staat te stralen vol met blad. De zure zwarte bessen, de zoete pruimen, de bittere tuinbonen, de lekkerste sla die ik ooit gegeten heb.
En dus neem ik de brief voor lief, ga ik niet in discussie (dat doe ik in mijn stadse leven ook al vaak genoeg), maar ga ik naar de tuin. Daar begin ik weer rustig met opruimen, snoeien, planten. Verstopt onder een bessenstruik liggen tot mijn grote verassing twee prachtige pompoenen. En ik krijg een appelboom en een aalbesstruik van de tuin van iemand anders die er wel mee stopt.
Maar gelukkig overwint tot nu toe altijd de tuin. Ik geniet te veel van het wonder dat een zaadje een plantje wordt en dat dat plantje dan ook nog eten voortbrengt. Het wonder van een grote pompoen die groeit aan een kruipend draadje over de grond. Van de framboos die je helemaal afknipt tot een zielig hoopje hout en die een maand of drie later weer staat te stralen vol met blad. De zure zwarte bessen, de zoete pruimen, de bittere tuinbonen, de lekkerste sla die ik ooit gegeten heb.
En dus neem ik de brief voor lief, ga ik niet in discussie (dat doe ik in mijn stadse leven ook al vaak genoeg), maar ga ik naar de tuin. Daar begin ik weer rustig met opruimen, snoeien, planten. Verstopt onder een bessenstruik liggen tot mijn grote verassing twee prachtige pompoenen. En ik krijg een appelboom en een aalbesstruik van de tuin van iemand anders die er wel mee stopt.
Als ik de zonnebloemen opruim en op de composthoop gooi, ruik ik de pitjes. Een geur die moeilijk te beschrijven is, notig en aards, maar die mij meteen terugbrengt naar een veld vol zonnebloemen in Frankrijk. Ondanks mijn tijdelijke verwaarlozing is de tuin vergevingsgezind. En daar kan geen dreigbrief tegenop.
Abonneren op:
Posts (Atom)