zondag 20 maart 2016

Interview met Denise Rosenboom


Mijn blik werd gevangen door een zwarte inkttekening van twee gezichten. Een beetje droevig, maar ook mooi. Tussen de twee gezichten stond de tekst: ‘the devil follows me day and night because he is afraid to be alone’. De combinatie van tekst en beeld ontroerde me. De duivel werd op slag ongevaarlijk.

Die tekst blijkt een uitspraak te zijn van Francis Picabia, een Franse kunstschilder en één van de inspiratiebronnen van Denise Rosenboom. Want zo heet de kunstenares die de tekening gemaakt heeft. Ze gebruikt het raam van haar huis aan de Geldersekade als een soort tentoonstellingsruimte. Op het raam hangt ook een bordje, waar in het Engels op geschreven staat, dat je, als je de kunst mooi vindt en er foto’s van maakt, een centje in het bakje in de brievenbus kunt doen. Dat vond ik grappig en lief. 

Denise Rosenboom komt uit Naarden en heeft een docentenopleiding gevolgd in Amsterdam. Op de koninklijke Academie in Den Haag heeft ze allerlei technieken geleerd en zich gespecialiseerd in grafiek. Daarna heeft ze in Amsterdam de Rietveld Academie gevolgd, waar ze, naar eigen zeggen ‘meer geleerd heeft over inhoud’. Drie dagen per week geeft ze tekenles aan een middelbare school. ‘Dan ben ik docent’, zegt ze zelf. De andere dagen maakt ze vrij werk. Ze heeft in alle hoeken van Amsterdam gewoond, zoals dat gaat als je in deze stad wilt landen, om uiteindelijk een plek te vinden in de Nieuwmarktbuurt. 

Hoe ben je eigenlijk aan dit huis gekomen?
“Ik was aan het nadenken over een verhuizing naar Den Haag en toen liep ik een keer over de Nieuwmarkt en dacht ik ‘ik wil nog niet weg uit Amsterdam, ik ben hier nog niet klaar’. Niet lang daarna kwam dit huis voorbij. Omdat ik onderwijzeres ben, kon ik op dit huis reageren via een voorrangsregeling voor onderwijzers en ambtenaren. Ik was er meteen verliefd op, maar ik was nummer 9, dus ik dacht niet dat ik het zou krijgen. Toch kreeg ik het. Gek he, iedereen wil hier toch wonen”, ze lacht erbij “alsof het zo moest zijn”. 

Hoe kwam je op het idee voor dat geldbusje in de brievenbus, ik vond het zo grappig?
“Dat idee kwam eigenlijk van de kinderen van mijn ex-vriend. Zoveel mensen reageerden op mijn werk, lachten, werden er vrolijk van, belden aan, maakten foto’s. Dus toen die kinderen hier een keer waren zeiden ze ‘eigenlijk moet je er een centje voor vragen’. Kinderen zijn zo vrij dat ze dat ook durven vragen, zelf denk je al snel: ‘dat kan ik toch niet vragen’. Nou toen hebben we samen dat busje en dat briefje gemaakt. Al die muntjes, ook veel buitenlandse van toeristen, verzamel ik in een pot. Nu voor de sigaretten, onder andere.”

Kan je iets vertellen over de inspiratiebronnen voor je werk?
“Teksten zoals die van Picabia zijn geweldig. Dat zijn eigenlijk cadeautjes. Maar ik raak geïnspireerd door van alles. Ik zie iets, ik lees iets of ik kom iets tegen. Die klappertandjes (een gebitje uit de feestwinkel), waar ik voor de laatste open atelier route iets mee gedaan heb, zag ik in een winkel liggen. Zoiets zie ik en dan vraag ik me af ‘kan ik daar iets mee?’ en dat ga ik dan verder onderzoeken. Die tekening bij die tekst van Picabia begon met een gezicht, getekend met inkt. Die tekening heb ik daarna dubbelgeklapt. Daaruit ontstonden die twee gezichten die elkaar als het ware spiegelen. Dat vond ik passen bij die tekst. Die duivel in die tekst is voor mij ook iets van jezelf, iets donkers dat je zelf bij je draagt. Dat is een soort gelukkig toeval, dat ontstaat tijdens het maken.
Religie, vond ik ook een tijd heel interessant. De Vlaamse primitieven, die beelden zijn zo sterk. Heel onschuldig. Zo’n beeld nam ik als uitgangspunt, en daarna veranderde ik de ogen en de mond, en dan werd het ineens een heel luguber beeld.”

Ze leidt me rond door haar huis, waarvan een groot deel als atelier in gebruik is, en praat enthousiast verder.
“Ik houd ook erg van het ambachtelijke, van het maken en van wat daaruit ontstaat. Ik werk vaak met gemengde technieken, stof in-inkten en dan door de drukpers halen of grafiek op hout en daar dan later weer op schilderen bijvoorbeeld. Ik heb voor een tentoonstelling in een kerk eens een paneel gemaakt met allemaal kleine luciferdoosjes met tekeningen, met licht erachter, geïnspireerd op het licht dat in de kerk door de glas-in-lood ramen komt en door het werk van de kunstenaar Christian Boltanski.

Maar inspiratie kan ook van iets heel anders komen. Ik heb een keer geprobeerd te stoppen met roken en daar kreeg ik pillen voor. Van die pillen kreeg ik allemaal bizarre dromen. Ik werd er sowieso een beetje raar van. Over die dromen heb ik een verhaal geschreven met getekende woorden erin. Die tekeningen heb ik weer groot tentoongesteld met daarbij een boekje met korte verhalen.”

Je lijkt ook steeds een soort tegenstelling op te zoeken?
“Eigenlijk ben ik altijd op zoek naar een bepaalde sfeer, een emotie. Wat ik maak heeft altijd iets te maken met mijn eigen leven. Mijn werk is vrij persoonlijk. Mijn leven is redelijk turbulent en dat verwerk ik in mijn werk. De emotie die ik zelf zoek, blijkt dan vaak ook te zijn wat mensen raakt, zonder dat ik nou precies weet hoe dat werkt.

Het klopt denk ik wel dat ik tegenstellingen interessant vindt, ook voor mezelf. Normaal- gek, man-vrouw, leven-dood, goed-kwaad. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar, waar zit de spanning? Ik ben ook een onrustig persoon, en die onrust is ook een motor voor mij om dingen te maken. Ik neem niet snel iets voor lief en ik houd van gekke en bijzondere mensen. Gewoon wordt al snel te saai.”

Wat heb je trouwens met haar, ik zie veel haar in je kunst?
“Als je haar toevoegt, aan dieren bijvoorbeeld, maak je ze meteen menselijker. Ik heb de behoefte om ze menselijker te maken, denk ik. Ze wijst naar de stokstaartjes met menselijk haar. Haar maakt dingen ook meteen vrouwelijk, daar kan ik dan ook weer mee spelen.”

Maak je ook werk in opdracht?
“Sinds een tijdje maak ik ook illustraties ja, in samenwerking met Angelique Hoorn. Zij heeft haar Agency ook in de Nieuwmarktbuurt en zij bemiddelt voor onder andere illustratoren en fotografen. Ik heb nu meerdere artikelen in opdracht geïllustreerd voor de Viva. Het artikel krijg ik opgestuurd en ik haal eruit wat mij aanspreekt en dan begin ik met tekenen. Dus ook dat is redelijk vrij werk. Eigenlijk zijn er weinig restricties, behalve dat de tekening natuurlijk wel het artikel moet versterken.”

Een plek in de buurt
Zijn er mensen in de buurt die eventueel een werkplek en of verkoopplek kennen voor Denise?
"Zelfs een plek die alleen op bepaalde dagen in de week beschikbaar is, zou al ontzettend fijn zijn? Het is heel moeilijk om iets te vinden, dus alle suggesties zijn welkom. Een plek waar je verrast wordt door kunst. Ik zou het zo leuk vinden om de buurt nog leuker te maken, met nog meer kunst in plaats van nog meer ijswinkels.”
Ook van die ijswinkels vindt ze iets. En natuurlijk heeft ze er meteen een beeld van gemaakt. Een zwarte rat met een charmant wit schortje, zit verlekkerd bovenop een reuze pot Nutella.

Als ik de duivel was, zou ik Denise Rosenboom volgen. Of je er minder eenzaam van wordt, weet ik niet, maar je hoeft je in ieder geval geen moment te vervelen.
Nieuwsgierig geworden naar het werk van Denise Rosenboom?
Email adres: deniserosenboom@gmail.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten