maandag 12 december 2011

Home and garden made

Het was grauw op de tuin en het regende toen ik aankwam. Iedereen is de grond aan het omspitten ter voorbereiding op de winter, dus alles is dikke, zwarte klei onder een grijze lucht. Even werd ik er moedeloos van. Maar het stopte al snel weer met regenen en ik dacht: "als je niet weet waar je moet beginnen, begin dan bij het begin." De braam moest gesnoeid. Hij groeit alle kanten op, maar draagt nauwelijks vrucht. Snoeien is fijn. Het is niet zwaar en het ruimt zichtbaar op, geeft lucht aan de tuin.

Terwijl ik ermee bezig was, viel me op dat de natuur zich in december al voorbereidt op de lente. Terwijl wij ons in huis verschuilen voor een winterslaap en huilen onder de kerstboom, maken de kers, de pruimenboom en zelfs het nieuwe appelboompje al knoppen aan. De lente leek ineens een stuk dichterbij.

Als ik even later stukken grond omspit en schoonmaak wordt de composthoop (of in mijn geval onkruidhoop) steeds hoger. Ik bedenk dat het scheppen van orde op de ene plek, chaos creëert op een andere plek en vraag me af of dat ook voor andere dingen opgaat. En ik realiseer me dat echt werk geen begin en einde heeft maar een voortdurende beweging is.

Ik krijg weer een cadeautje van mijn tuinvriendin. "De natuur heeft altijd gelijk" van Maurice Meségué over natuurlijk tuinieren, kruiden, groenten en vruchten. En aardperen (Jerusalem Artichokes). Deels om zelf te planten, deels om op te eten. Rauw smaken ze naar noot en gekookt smaken ze licht naar artisjok. Allebei heerlijk. Ze schijnen ook prachtige gele bloemen te krijgen (zijn verwant aan de zonnebloem geloof ik). Volgend jaar heb ik er hopelijk een heleboel in mijn eigen tuin.

Om nog even in de sfeer te blijven van home and garden made, heb ik vandaag ook nog voor de allereerste keer in mijn leven een brood gebakken. Irish brown soda bread uit het kookboek "Home Made" van Yvette van Boven. En daar werd ik ook blij van.

dinsdag 29 november 2011

De tuin is vergevingsgezind

En weer kreeg ik een brief van de tuinvereniging. Dat mijn tuin verwaarloosd is, dat ik voor xxx mijn tuin op orde moet hebben, want anders wordt mijn lidmaatschap ingetrokken en kan het wel €600 kosten om de tuin schoon te maken en aan iemand anders te geven. Ik schrok van die brief en ik had meteen geen zin meer in de tuin. De tuin werd een boeman die heel veel geld gaat kosten.

Ik ben dit jaar voor het eerst in mijn leven begonnen met een moestuin bij een volkstuinvereniging. Leuk, dacht ik, als naief stadsmeisje. En dat is ook zo. Altijd als ik op de tuin ben, haalt mijn hart adem en komt mijn hoofd tot rust. Een middagje hard werken en ik heb energie voor twee weken. En op de een of andere rare manier schijnt er altijd de zon, zelfs als het regent in de stad.

Waar ik niet zo goed op voorbereid was, is hoeveel tijd zo'n tuin kost. Het is dus nog even zoeken naar hoe dat past in de rest van wat ik allemaal wil en moet doen in mijn volle leven. En terwijl ik aan het zoeken ben naar evenwicht, soms denk 'ik stop ermee', tot ik weer geweest ben en denk 'ik stop er nooit meer mee', krijg ik dan zo'n brief. En dan lijkt het net of de tuin onderdeel is van een of andere bureaucratie en ben ik klaar om de handdoek in de ring te gooien. Want bureaucratie heb ik in mijn stadse leven al meer dan genoeg.

Maar gelukkig overwint tot nu toe altijd de tuin. Ik geniet te veel van het wonder dat een zaadje een plantje wordt en dat dat plantje dan ook nog eten voortbrengt. Het wonder van een grote pompoen die groeit aan een kruipend draadje over de grond. Van de framboos die je helemaal afknipt tot een zielig hoopje hout en die een maand of drie later weer staat te stralen vol met blad. De zure zwarte bessen, de zoete pruimen, de bittere tuinbonen, de lekkerste sla die ik ooit gegeten heb.

En dus neem ik de brief voor lief, ga ik niet in discussie (dat doe ik in mijn stadse leven ook al vaak genoeg), maar ga ik naar de tuin. Daar begin ik weer rustig met opruimen, snoeien, planten. Verstopt onder een bessenstruik liggen tot mijn grote verassing twee prachtige pompoenen. En ik krijg een appelboom en een aalbesstruik van de tuin van iemand anders die er wel mee stopt.

Als ik de zonnebloemen opruim en op de composthoop gooi, ruik ik de pitjes. Een geur die moeilijk te beschrijven is, notig en aards, maar die mij meteen terugbrengt naar een veld vol zonnebloemen in Frankrijk. Ondanks mijn tijdelijke verwaarlozing is de tuin vergevingsgezind. En daar kan geen dreigbrief tegenop.

donderdag 10 november 2011

En nog een tip

Een ander boek, dat ik recentelijk gelezen heb is Jihad met sambal van Step Vaessen. Step Vaessen werd in 1997 correspondent in Indonesië. Sinds 2006 is ze correspondent voor de Arabische zender Al Jazeera. Step Vaessen was ook één van de zomergasten van afgelopen jaar waar ik met veel plezier naar gekeken heb.

Jihad met sambal vertelt het persoonlijke verhaal van haar correspondentschap, de dood van haar man, haar leven met haar zoon in Indonesië en het journalistieke verhaal over Indonesië en de ontwikkeling en invloed van de Islam in dat land. Mede omdat ik in Indonesië(althans een klein deel ervan) geweest ben in 1996, dus net voordat zij haar correspondentschap begon, vond ik het leuk om te lezen over de veranderingen in dat land.

Step weet de geuren en kleuren van het land levendig over te brengen en schrikt er niet voor terug om het persoonlijke met het journalistieke verhaal te mengen. Er zijn recensenten die zich hieraan storen, maar ik denk dat juist die persoonlijke blik ervoor zorgt dat je de clichés uit de krant niet opnieuw voorgeschoteld krijgt in een boek. Daarvoor lees ik de krant wel.

woensdag 9 november 2011

Voor de boekenliefhebbers onder ons

Een boek dat ik pas gelezen heb en fantastisch vond is XY van Sandro Veronesi. Het gaat over een klein dorpje in Italië in de bergen waar een vreselijke gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Twee mensen, een priester en een jonge psychiater proberen de overgebleven inwoners van het dorp te helpen met het verwerken van deze gebeurtenis en zelf te begrijpen wat er gebeurd is en waarom. Wat er gebeurd is, is zo absurd, dat het er niet om gaat een dader te vinden, dat is onmogelijk. Het boek gaat meer over de vraag hoe we als mens omgaan met dingen die we niet kunnen bevatten. Bijna aan het eind staat een prachtige zin, die twee mogelijke opties geeft:

"Je moet alles begrijpen. Anders moet je alles geloven."

En het boek eindigt met een mooi klein verhaal, dat twee personages beschrijft die volgens de schrijver voorkomen in het script van de psychologie de Unendliche Aufgabe (mij niet bekend, maar dat ga ik nu natuurlijk opzoeken): de boer of de reiziger.

"Of je bent de reiziger die op het land verdwaalt of je bent de boer die de grond omhakt of je bent de reiziger die op de boer toeloopt en hem de weg vraagt naar het dichtstbijzijnde station alstublieft of de boer die doorgaat met hakken en vriendelijk antwoordt dat hij het niet weet of je bent de reiziger die hem dan de weg vraagt naar de dichtstbijzijnde bushalte of de boer die doorgaat met hakken en vriendelijk antwoordt dat hij dat ook niet weet of je bent de reiziger die op dat moment tegen de boer zegt sorry maar u weet werkelijk helemaal niets of je bent de boer die zo is met die enorme kracht of je bent de reiziger die de boer ervan beschuldigt niets te weten of je bent de boer die vriendelijk antwoordt terwijl hij doorgaat met hakken ja mijnheer dat is waar mijnheer ik weet niets mijnheer maar degene die verdwaald is dat bent u."

vrijdag 7 oktober 2011

Kijken naar New York, luisteren naar Schubert

De Zweedse dichter Tomas Tranströmer heeft de nobelprijs voor de literatuur gewonnen. In de Volkskrant van vandaag staat een gedicht van hem dat ik erg mooi vind. Vertaald door Bernlef. Voor de liefhebber.

Schubertiana 1

In het avondduister op een plek buiten New York,
een uitzichtpunt van waaruit je met één enkele blik
de huizen van acht miljoen mensen kunt omvatten.
De reuzenstad daarginds is een langgerekte flikkerende sneeuwbui,
een spiraalnevel van opzij.
In het binnenste van de nevel worden koffiekopjes over
de toonbank geschoven, bedelen etalages bij voorbijgangers,
een krioelen van schoenen dat geen enkel spoor achterlaat.
De klimmende brandtrappen, de liftdeuren die dichtglijden,
achter deuren met veiligheidssloten een voortdurende stortvloed
van stemmen.
Ineengezakte lichamen dutten in de subwaywagons, de
voortstormende catacomben.
Ik weet ook buiten alle statistiek om dat op ditzelfde moment
ergens daarginds in een kamer Schubert gespeeld wordt en dat
voor iemand die tonen werkelijker zijn dan al het andere.

Uit: De herinneringen zien mij. Verzamelde gedichten / Memoires. Vertaling Bernlef. De Bezige Bij, 2002.)

woensdag 5 oktober 2011

Willen of moeten?

(bijna) al ons moeten komt voort uit willen, dus als we minder willen moeten, dan moeten we minder willen.

dinsdag 27 september 2011

De tuin is niet alleen lekker

...................de tuin is ook mooi. Het was weer een feest voor het oog, nog zoveel zomer voor de herfst begint.




zondag 11 september 2011

Boekenleggers

Vroeger vouwde ik een hoekje van mijn boek om, om te weten waar ik gebleven was. Nu gebruik ik van alles als boekenlegger. Plaatjes uit de krant, een uitgeknipt hart van de stof van een oude tas, kaarten die ik tegenkom en boekenleggers.
Voor een langere reis verzamelde ik ook ooit wat plaatjes om mee te nemen en foto's van familie. Plaatjes wegen niet veel en zijn fijn om even naar te kijken als je heimwee krijgt.

Daar zaten ook twee afbeeldingen bij uit een kunstkalender, waaronder de rennende vrouwen op het strand van Picasso. In Dalat in Vietnam ontmoette ik een kunstschilder van 70 jaar oud. Hij sprak ons aan op straat en wilde ons zijn huis laten zien en zijn schilderijen. Wij gingen mee naar zijn huis, een hut eigenlijk. Eén kamer, op palen, helemaal van hout, in de tuin van een ander huis, met een vloer waar je bijna doorheen zakte. De man ademde vergane glorie. Hij zag er onverzorgd uit, maar hij sprak goed Frans en hij liet foto's zien van zichzelf in pak op een tentoonstelling. Hij vertelde dat hij zo graag eens in zijn leven naar Parijs zou willen. Hij sprak daarover alsof hij op zijn 70e nog alle tijd had om die droom te verwezenlijken.

Zijn schilderijen waren allemaal nageschilderde afbeeldingen van alles waar hij de hand op kon leggen. Wij nodigden hem uit om met ons te eten. Tijdens het eten liet ik hem de afbeeldingen van Picasso zien. Zoiets had hij nog nooit gezien, zei hij. "Dit kan ik niet goed begrijpen, zulke rare vormen, zo'n vreemde manier van schilderen, maar ik wil het graag naschilderen." Ik heb de dansende vrouwen (althans een afbeelding ervan) bij hem achtergelaten. En ik kreeg van hem een schilderijtje van een huisje en een erf dat wel een Hollands tafereeltje leek. Waarschijnlijk nageschilderd van een kaart die hij van iemand gekregen had, of misschien wel een boekenlegger.

vrijdag 9 september 2011

Pompoensoep



Pompoensoep met rode curry, verse rode peper, munt en koriander. Met dank aan the fabulous Donna Hay.

1 eetlepel rode currypasta
1 kg pompoen, geschild en in blokjes (schillen gaat gek genoeg makkelijk met een dunschiller).
1 liter kippen- of groentebouillon
375 ml kokosmelk
1 grote rode peper, zonder zaadjes en in reepjes
fijngesneden munt en koriander naar smaak

Zet een ruime pan op halfhoog vuur. Bak hierin de currypasta 1 minuut. Doe er pompoen en bouillon bij, dek af en kook 6 minuten of tot de pompoen zacht is. Giet het mengsel in een blender (of zet de staafmixer erop) en draai glad. Doe terug in de pan. Voeg kokosmelk toe en warm 3 minuten door of tot alles heet is. Schep in kommen en bestrooi met reepjes rode peper. Voor 4 personen.

zaterdag 27 augustus 2011

Ik heb met mijn voeten de hemel omhooggeduwd

Een paar jaar geleden deed ik veel yoga, een tijd lang zelfs elke dag. En ik vond het fantastisch. Maar toch is de gewoonte langzaam verwaterd en het lijf roestig geworden. Vorige week werd ik uitgenodigd door een yogavriendin om een gratis les te volgen op strand roest. Water, zand, bootjes, de trein op de achtergrond en mooie roestige, industriële gebouwen om me heen. En de opdracht om met mijn voeten de hemel omhoog te duwen. Die ene les heeft lijf en geest weer flexibeler gemaakt en moedigt aan om verder te gaan.

Elke zondag gratis yogales op strand roest van 11.00 tot 12.30 uur.

Ik ga nergens heen, want ik ben er al

zondag 7 augustus 2011

Kijk op de wereld

In 2002 heb ik een paar maanden in Sjanghai gewerkt als webredacteur voor een weblog met zakelijk nieuws over China (Chinabiz van de journalist Fons Tuinstra). Na een maand begon ik de wereld al een beetje te bekijken door Chinese ogen en na vier maanden was ik zo thuis in het nieuws over China, dat al het nieuws uit Europa veel minder belangrijk leek. Maar toen ik terug in Nederland was, was mijn focus op het nieuws uit China ook snel weer weg. Terwijl je met behulp van internet overal op de hoogte kunt zijn van overal, blijkt mijn blik op de wereld toch erg bepaald te worden door waar ik me in de wereld bevind.

Vanavond is Step Vaessen te gast bij Zomergasten. Zij is journaliste en anchorwoman van Al Jazeera English. Ben heel benieuwd naar haar kijk op de wereld. Indonesië als middelpunt van de wereld?

maandag 1 augustus 2011

Verrassingen te over

En of de tuin verrassingen had. De pompoen heeft besloten twee meter door te tuin te wandelen in de regen. Tijdens de wandeling heeft hij de tijd genomen om nakomelingen te maken, die vast flink gaan groeien nu de zon weer schijnt. De tomaatjes hebben goed stand gehouden in de regen. De salie laat zich nog steeds door niemand iets vertellen en ook de andere kruiden (citroenmelisse, munt, maggiplant, tijm, rozemarijn, oregano, bieslook) zijn flink gegroeid.

De verdwenen courgette is teruggekomen en heeft een paar zusjes meegenomen, de goudsbloemen knallen hun oranje kleur de lucht in om me eraan te herinneren dat de zomer echt nog niet voorbij is, en in de boom hangen kleine gele, zoete pruimen. Verder is er een vrouwenmantel opgekomen, die ik niet zelf geplant heb, staan de zonnebloemen er nog en groeien de sperziebonen langzaam richting hemel.

Natuurlijk is niet alles van een leien dakje gegaan. Als het zo makkelijk was. De bietjes zijn verrot omdat hun bedje te nat was geworden door al die regen. Een geel onkruid waarvan ik de naam niet ken had bijna de hele tuin overgenomen. Dus dat verwijderen was hard werken. De sla stond er heel zielig bij en is geëindigd op de composthoop en van de elf preitjes die er waren, zijn er op mysterieuze wijze drie verdwenen. Maar als dat alles is, is de tuin nog steeds een cadeautje, zelfs na een maand verwaarlozing.

zaterdag 30 juli 2011

De tuin woekert

Het heeft zoveel geregend dat ik ongemerkt al een maand niet op de tuin geweest ben. Ik heb zo'n vermoeden dat het onkruid tot in de hemel groeit, want ik kreeg bericht van de volkstuinvereniging of ik alsjeblieft mijn tuintje wil opruimen.

Wanneer leer ik het nou eens "il faut cultiver son jardin". Als je dat niet doet, dan tiert het onkruid welig. Zo'n tuin is net het echte leven. Je moet planten, onderhouden, verzorgen, en geduld hebben voor je kunt oogsten. Als je dat niet doet, groeit alles maar door en voor je het weet overzie je de chaos niet meer.

Maar een tijdje alles laten liggen kan ook voor mooie verrassingen zorgen. Als je de kranten een tijdje laat liggen, valt je oog tijdens het opruimen soms op een interessant artikel dat je anders misschien gemist had. Als bijna al je kleren in de was liggen, bedenk je nieuwe combinaties met de kleren die je nog wel hebt. Als je je vaste boodschappen niet gedaan hebt, bedenk je nieuwe gerechten met wat er in huis is. En als al je vrienden bezet zijn, omdat je geen afspraken gepland hebt, leer je om jezelf te vermaken.

Morgen ga ik maar eens kijken welke verrassingen de tuin voor me heeft. En daarna, ik beloof het, zal ik mijn tuin onderhouden.

zondag 3 juli 2011

Boektitels in de moestuin

Goudsbloem in de knop.

Tomaatje in de dop.

Oranjegezinde Afrikaantjes

To biet or not to biet.

De salie take-over.

Slabomen

Als je de sla niet plukt, krijg je slabomen.

Het mysterie van de verdwenen courgette

van links naar rechts: 16 juni, 22 juni, 2 juli. Eerst was ie er en toen niet meer?

Het woekert dat het een lust is

Er zijn veel manieren waarop het onkruid de tuin probeert over te nemen. Er is een onkruid dat heel stiekem opkomt tussen de wortels en dat zich als een liaan om een andere plant heen wikkelt. Er is een ander onkruid dat uitbundig opkomt zodra de zon begint te schijnen en dan een heleboel gele bloemetjes maakt. Uit die bloemetjes komt zaad en dat wacht op een beetje wind om zich te verspreiden over de hele tuin. Er is onkruid dat zich aanpast. Het neemt de gedaante aan van de plant waar het naast groeit, dus je trekt het er niet uit omdat je niet zeker weet of het onkruid is. Er is onkruid dat stekelig is, zodat je er wel afblijft. En er is onkruid dat zijn best doet om er heel appetijtelijk uit te zien, met prachtige paarse bloemetjes, in de hoop dat dat reden genoeg is om te mogen blijven. Al dat onkruid bij elkaar woekert dat het een lust is.

vrijdag 17 juni 2011

Een zee van bloemen in de regen

Toen het even stopte met regenen reed ik naar de tuin. In de tuin was het stil. De planten zijn blij met het water. Dat kun je aan ze zien. Ze zien eruit zoals je je voelt na een frisse douche op een warme zomerdag. Het ruikt naar natte aarde en de bloemen steken kleurig af tegen de zwarte ondergrond. Zo wordt zelfs een regenachtige dag een feestje.

zondag 12 juni 2011

Een tuin om in te blijven

Vandaag was ik laat in de tuin. Pas aan het eind van de middag had ik me los weten te maken van mijn huis. Maar als ik er dan eenmaal ben, wil ik niet meer weg. De tuin is een verleidster. Ze lokt je met geur, van zoet-hartige tijm, kruidige maggiplant, zoete rozen, en de sterke lavendel en rozemarijn. Ze lokt je met kleur, van knalrode klaprozen, oranje courgettebloemen en heel veel gele bloemetjes (al is dat laatste onkruid dat je tuin opvreet). Ze lokt je met smaak, van zoete frambozen, frisse munt, uiige prei. En ze zet je aan het denken. Waarom groeit onkruid altijd harder dan alle andere planten? Wat is het voordeel hiervan, voor de plant of voor ons? Hoe komt het dat je niet kunt stoppen als je begint met onkruid uittrekken? Is dat streven naar perfectie? Zouden we nog zo veel (20% tot 30%) van ons eten weggooien als we het zelf hebben zien groeien? Hoeveel mensen zouden er kunnen eten van één tuin?

klaprozen

sperziebonen

tuinbonen

courgettebloemen

En die kleine harige puntjes, dat worden de tomaten (als het een beetje meezit).

Salie voor je keel

Toen ik zestien was had ik veel last van keelontsteking. Van mijn antroposofische huisarts kreeg ik nooit antibiotica. Dat vond ik stom want ik wilde er snel vanaf zijn. Nu ben ik er blij mee, want al dat strooien met antibiotica daar wordt geen mens (of dier) beter van. Wat moest ik dan wel doen? Gorgelen, met salie. Want salie helpt tegen ontstekingen. Vies vond ik het, maar mijn moeder hield vol en uiteindelijk hielp het altijd. Eén van de eerste planten in mijn tuin was dan ook een salieplant (of eigenlijk twee). En die twee die weten blijkbaar dat ik ze nodig heb, want ze groeien zowat de tuin uit.

donderdag 2 juni 2011

Moestuin of kraaienrestaurant?

Ik hou van de kraaien in de moestuin. Ze komen eten in de tuin alsof ze in een restaurant zijn. Peultje als voorgerecht, wormpje als hoofdgerecht, peterselie voor de smaak, tussendoor een slokje slootwater en als toetje een onrijpe framboos. Als je ze wegjaagt, gaan ze vijftig centimeter verder naar je zitten kijken. En hun blik zegt "Jij gaat straks naar huis en dan ga ik lekker nog een keer eten". Onkruid, veenmollen, kraaien, wie is er ook alweer de baas in de tuin?

vrijdag 20 mei 2011

Een tuin die zich ontvouwt

De tuin zag er gesloten uit. Groen, groen en meer groen, allemaal onkruid. Zoveel dat de eerder geplante groenten bijna niet meer opvielen. Ik ging aan het werk, samen met mijn zus, zonder plan, ongeorganiseerd, dwars door de tuin. Onkruid verwijderen is een heerlijk werkje, je trekt de ondeugden er met wortel en al uit en je ziet langzaam de tuin terugkomen. Een spinaziebed gemaakt. Een tipi gebouwd voor de sperziebonen. De tomaten verplaatst (die vonden het naast de aardappels niet fijn) en er afrikaantjes tussen gezaaid. Dat zal mooi vloeken rood en oranje naast elkaar. Goudsbloemen bij de rozemarijn, peterselie naast de bieslook en een apart vierkantje voor koning koriander. De hommels zoemen rond de tuinbonen, de bijen strijken neer op de lavendel en een rood stipje in de aarde bleek een mini lieveheersbeestje. Die mag de luizen van de tuinbonen eten. En onze beloning voor al dat harde werken? Twee kroppen sla en een tuin die weer een tuin is.

vrijdag 6 mei 2011

Onkruid wieden in je hoofd

Wat is een brandnetel? Een vervelende prikplant, een wonderplant met genezende kwaliteiten, een voedzame plant voor in de soep of onkruid? Dat ene plantje is het allemaal. En nog meer, ontdekte ik vandaag. In een plantsoentje in mijn buurt verzamelde een vrijwilliger van de hortus brandnetels als voedsel voor een vlinderrups die niets anders wil eten. Stekelig beest.

Maar als je niet je hele tuin wil opofferen aan deze plant en andere snelgroeiende bodembedekkers, moet je toch af en toe de plantjes van de plantjes scheiden. Ik doe dat het liefst met mijn handen in de aarde. Want terwijl mijn handen zwarter en zwarter worden, wordt mijn hoofd leger en leger.

zondag 1 mei 2011

Yoko Ogawa over de ontdekking van het cijfer 0

................. of hoe zelfs een absolute alfa zoals ik, wiskunde mooi kan vinden

"The ancient Greeks thougth there was no need to count something that was nothing. And since it was nothing, they held that it was impossible to express it as a figure. So someone had to overcome this reasonable assumption, someone had to figure out how to express nothing as a number. An unknown man from India made nonexistence exist."

dinsdag 26 april 2011

Kikkers, kraaien en een dode veenmol

Vanochtend werd ik verwelkomd door een witte vlinder. Fladderend tussen de stokken waar de erwtjes moeten komen. De tuin is uitnodigend en groen. "Al dat groen is onkruid", zegt de tuinder die mijn buurman is. Geen gevoel voor romantiek, denk ik. Al dat groen is balsem voor mijn stadse ziel. De tuin heeft vandaag een heleboel cadeautjes voor me. Op het hoopje aarde dat er nog ligt van het graven van de composthoop, staat ineens een rabarberstruik te pronken met zijn mooie rode bladeren. In mijn kruidencirkel is een selderijplant zo aanwezig dat ik de soep al bijna ruik. En tussen het groene onkruid komt op verschillende plaatsen eikenbladsla omhoog. Erfenisje van de vorige eigenaar. De frambozen, die ik op goed geluk gesnoeid had begin maart, staan vol blad. De kersenboom geeft schaduw in de hitte met zijn zachte witte bloesem. De tuinbonen en aardappels zijn opgekomen (hoera), de kruiden in mijn kruidencirkel doen het fantastisch en de sla is niet opgedroogd. Een kikker in de sloot probeert me luidruchtig te versieren. Een grote zwarte kraai wil mee-eten, terwijl het eten nog niet eens gegroeid is. Brutale tuingast. Ik heb wat stokken over de peultjes gelegd (ja het zijn peultjes geworden in plaats van erwtjes, want ik was toch bang voor melige erwtjes). Verder heb ik schorseneren, prei en spinazie gezaaid vandaag. En mijn eerste moord gepleegd in de tuin. Een veenmol heeft het onderspit gedolven. Het is eten of gegeten worden in zo'n tuin (voor de plantjes dan).

vrijdag 15 april 2011

Moestuin

Ik ben aan het tuinieren geslagen in een moestuin van 110 m2. Ik heb al nieuwe aardappels geplant, tuinbonen en sla en een heleboel kruiden: knoflook, bieslook, tijm, salie, rozemarijn en munt. De stokken voor de erwten staan ook in de grond, hoewel ik de erwten nog moet zaaien. Time is of the essence, begrijp ik, want ik heb gelezen dat erwten melig worden als je ze te laat zaait.

Ondertussen ben ik me aan het inlezen op het wereld wijde web, want ik weet nog heel weinig over tuinieren. Van al dat lezen word ik blij. De natuur zit zo prachtig in elkaar. Zo ontdek ik dat er plantjes zijn die elkaar helpen. Als je wortels en uien naast elkaar plant, zorgen de uien dat de wortels niet aangetast worden en zorgen de wortels dat de uien rustig kunnen groeien. Naast de brandnetel groeit als vanzelf de hondsdraf en die helpt weer tegen de jeuk die je kunt krijgen van de brandnetels. Het is net een sprookje.

Als ik een dag in de tuin geweest ben, zingt de tuin in mijn hoofd.

maandag 26 juli 2010

The Bluest eye

Mooie zin uit The Bluest eye van Toni Morrison: "There is really nothing more to say - except why. But since why is difficult to handle, one must take refuge in how."

woensdag 10 februari 2010

Vergadermoe

Slangen in de zilveren koffiepot
die ons klein weerspiegelt
terwijl wij ons groot praten
tussen koffie en papier.

De zon breekt hard door zilveren wolken.
Binnen waait het stof in kleur omhoog.
De tijd heeft zelfs het kruipen opgegeven.

En nog bouwt hij zijn letterhuis om in te wonen,
waant zich veilig tussen argument en tegenspraak.
En niemand neemt hier een besluit,
tot iets concreets als spruitjes of bloemkool

Ik leg knopen in mijn oren en lach
naar de minimensen in de koffiepot.

© Sati

donderdag 21 januari 2010

De grenzen

versleepte tijd
verraadt zwarte gaten
een eigen ontmoetingsplaats
de duivel de hemel in praten

inwendige zangvogel
wit koud gehuil
losgeslagen breinspeelgoed
hersenverfloddering

Sterren stralen
draaiende sterren
wild beest in de keel
Alles of niets

zing, verdomme, zing!
tegenbidden helpt niet meer
wat in je kop siddert
moet eruit

© Sati 1998

vrijdag 8 januari 2010

Olifantshuid

Een moeder breidt haar kind uit
kleed het met woorden en stof
Langzaam krijgt het zijn olifantshuid

© Sati

zondag 27 december 2009

Geestverwant gezocht

Er zijn te veel demonen
die in mijn koppie wonen
Ik moet de boel eens kuizen
en ze vragen te verhuizen

Dus plaats ik een annonce
in 's lands meest gelezen krant
op zoek naar een geestverwant

Met fantasie in ruime mate
en een dagelijkse portie angst
Verder gewoon maar laten
dan blijven ze het langst

© Sati

dinsdag 3 november 2009

Stadse verhalen

Wijn en wodka mengen mij
in mijn ivoren toren
van woord en glas
boven een slapende stad.

Het asfalt zingt als water,
auto's fluiten.
In de verte klinkt een radio.

Een meeuw zweeft op zijn schaduw
naar vloeivastbomen
die tot wasdom komen
in het ochtendlicht.

Ik blaas rook in de mist en wacht.

Tot een zacht gemurmel opstijgt
uit de stenen van de straat,
een kind zijn huis verlaat

een nieuwe dag begint

© Sati

maandag 5 oktober 2009

Nachtimpressie

De eerste gedichten worstelen zich dapper door het geroezemoes van binnenkomende mensen, die af en aan lopen van de bar naar de boekenmarkt, de zaal en terug. Het applaus volgt de poëzie. Het begint voorzichtig, gaat sneller, en sterft aarzelend af om weer aan te zwellen bij het volgende gedicht. Er zijn te weinig stoelen voor te veel mensen, de stoelen zijn hard, en het is warm, maar de muziek van The Beau Hunks klinkt aangenaam jazzy en met mijn ogen dicht waan ik me in een nachtclub in de jaren dertig.

Gerrit Kouwenaar staat in een net pak recht achter zijn bundel en leest. Vanaf een scherm achter hem kijkt hij op zichzelf neer terwijl hij spreekt over de nacht, een boom, een man. Een enthousiaste fan klapt steeds te vroeg, en als de dichter klaar is en via het trapgat het podium wil verlaten, wordt hij tegengehouden. Een man met een tas vol bundels heeft zich naast het trapgat genesteld en vraagt elke vertrekkende dichter dringend om even snel zijn bundel te signeren. Hij geneert zich niet.

Ook de poëzieminnende mens heeft last van territoriumdrift. Terwijl de één de plek van zijn buurman(vrouw) bewaakt door een plastic beker met bier te laten balanceren op een lege stoel, zucht de ander net iets te luid dat er eigenlijk plaats genoeg is. En als je ergens langs moet levert dat veel zuchten en steunen op, met af en toe een sorry tussendoor. Na twee uur begint het hoesten.

Eva Gerlach leest met lucht, bescheiden en even vragend als haar gedichten, alsof ze verbaasd is over haar eigen taal. Een man in witte kabeltrui en grijze snor doet zijn best om op de denker van Rodin te lijken, de gitarist / zanger Dyzack veroorzaakt een elektrische schok door mijn systeem. Als ik mijn handen over mijn oren doe, hoor ik zijn stem beter. Een mooie stem, maar overschaduwd door een te harde installatie.

De lampen zijn fel en de kleuren lopen in elkaar over. Maar de 87-jarige Adriaan Morriën baadt in helder wit licht en spreekt met duidelijke stem en humor over de liefde, en het blote land; de dood. “Over de dood wil niemand met mij spreken. De dood? Nee nooit van gehoord. Maar ik ben toch niet gek, ik vraag toch niet naar de bekende weg?” en zo wordt de dood, in een gedicht, toch besproken.
Remco Campert stelt zich voor als Hugo Claus, omdat die eigenlijk op dat punt in het programma zou lezen, en omdat volgens Remco iedereen wel Claus zou willen zijn. Hij begint met twee gedichten over de liefde en zegt “het begint vrolijk en hoe het eindigt dat moeten we maar zien”. Bij het luisteren naar zijn lamento vergeet ik de tijd.

Bij Spaanse muziek en het geluid van voeten op de houten vloer die het geluid van castagnetten imiteren, word ik weer wakker. Van achter het gordijn is Leonard Nolens niet zichtbaar. Hoorbaar des te beter; geheimzinniger en lichter is de stem zonder mens er aan vast. Poëzie kent vele vormen blijkt, als ook Tsjêbbe Hettinga onverstaanbaar indrukwekkend is.

Hugo Claus bespeelt het publiek tot het lacht en zoekt een gedicht waarvan hij zich afvraagt of hij het wel geschreven heeft. Een man luistert aandachtig en wiebelt zachtjes heen en weer als een kind dat iets prettigs hoort.

Terug naar de garage moeten we door Hoog Catharijne waar een man kwijlend tegen zichzelf praat, een ander op de grond ligt te ijlen, en de bewaker een ambulance belt. Als we buiten zijn gieren de sirenes door de straat, terwijl de maan in het eerste kwartier, het logo van de twintigste nacht van de poëzie, lui, dik, en met de kleur van boter, laag aan de hemel staat.

© Sati
april 2005, Amsterdam