donderdag 16 juli 2009

Klein Europa

Op de vlooienmarkt in Santa Cruz danst het vuil over de straten. De wind verdwijnt even plotseling als hij is opgestoken. De winkels zijn gesloten, de markt is verwaaid. De brug over de lege rivier biedt uitzicht op het resultaat van een rommelige legodoos: roze taartappartementen naast fabrieksgebouwen. De marktkooplui beschermen hun spullen met verzwaarde doeken, en toeristen lopen vertwijfeld rond. In de reisgids klonk het zo mooi. In een barretje worden Afrikanen, Aziaten, toeristen en lokale bevolking verenigd door brandy en de euro; de zwerver voor de kerk hoopt er ook wat van mee te pikken.

Op de terugweg naar Playa de las Americas rijden we langs bananenplantages en troscactussen. Op de rotsen lees ik: ‘Los Canarias no son Espaňa ni Europa’. Maar de meeste bars en restaurants op Tenerife zijn in handen van Engelsen en Duitsers. ‘Het is allemaal maffia’, zegt Tonio, over de jongens die je overal naar binnen proberen te praten. ‘Drugsmaffia die pillen verkopen aan toeristen’, spuugt hij er nog achteraan. De Engelsen noemen het public relations. De eigenaar van Cocktails en Dreams, waar ‘Dean the dude’ een quiz doet, met de BBC op de achtergrond, zegt dat de meeste zaken geen eigendom zijn. Volgens hem verdienen de Spanjaarden grof geld aan de verhuur van hun cafés en restaurants aan buitenlandse ondernemers.

Het geroep van de groepjes Engelsen langs de boulevard begint een vertrouwd ritme te worden, net als de brekende golven op het strand. ‘Two drinks for the price of one’, ‘best food in town’, ‘live music’. In de etalage van een restaurant zingt een Engelsman liedjes van Elvis voor een publiek van drie mensen. Zijn witte pak steekt treurig af tegen de achtergrond van auto’s en de blauwe lichten van een parfumerie die dag en nacht open is. De entertainers, portiers en proppers wonen vaak met zijn zessen of meer op één kamer. Ze werken voor kost en inwoning, en commissie op de rekening van de klanten die ze naar binnen weten te praten. ‘There’s no work back home, and it rains all the time’ zegt de jongen die ons bedient, als we vragen waarom hij hier is.

Op de laatste dag zitten we op een terras dat uitkijkt over het water. De klanten bestellen in het Zweeds, Engels of Duits dezelfde gerechten die ze thuis eten. Aan de waterrand speelt een jongetje. Hij loopt naar het water toe en rent voor de golven weg. Zijn broek wordt langzaam nat. Hij draagt een groen truitje. Zijn rossige haar licht op in de zon. Het zou een foto uit Brighton beach in Engeland kunnen zijn, maar daar regent het waarschijnlijk.

© Sati

Geen opmerkingen:

Een reactie posten